brachten geen maatregelen tegen Sarrail te nemen. Hij achtte het
noodig Joffre aan het hoofd der legers te handhaven. Maar de
linksche ministers hadden duidelijk verklaard, dat elke maatre
gel tegen Sarrail hun uittreden uit het kabinet, dus een minister
crisis ten gevolge zou hebben, en de val van het kabinet zou zeker
dien van Joffre mede ten gevolge hebben.
Evenwel liet de censuur, dus indirect de regeering toe, dat de
besprekingen in den ministerraad openbaar werden en in de cou
ranten werden gecommentarieerd, vermoedelijk om de publieke
opinie te bewerken voor het geval Sarrail nog langer werkeloos
bleef en zoo zijn beschermers tot toegeven te nopen. In deze com
mentaren kwam Sarrail er niet goed af, doch de uiterste linksche
bladen bleven hem de hand boven het hoofd houden.
Het door Sarrail op 11 Sept. ingezette offensief deed evenwel de
openbare meening zich ten gunste van dezen keeren en korten
tijd later vond Briand gelegenheid de afkeurende critiek op Sar
rail te desavoueeren, die met toestemming van de regeering gedu
rende eenigen tijd was openbaar gemaakt.
Door de oppositie geïnterpelleerd, speelde Briand dubbel spel;
in zake de censuur gaf hij ontwijkende antwoorden, maar hij wees
er op, dat de zending van Sarrail naar Saloniki voor een goed deel
zijn werk was. Verder trok hij thans openlijk partij voor Sarrail,
verklarende, dat de regeering vol vertrouwen in hem had, en dat
zij hem zou beschermen tegen onrechtvaardige aanvallen.
Het gevolg van de geheele geschiedenis was echter een begrij
pelijke vermindering in politieke kringen van het gezag van Briand,
maar ook van Joffre, want uit het succes van Sarrail in Macedonië
en uit de verklaring van Briand meende men te moeten afleiden,
dat Joffre hem ten onrechte zijn commando in Frankrijk had ontno
men en Briand hem ter zake desavoueerde.
Toch was de quaestie Sarrail nog niet uit de wereld. Engeland,
Rusland en Italië bleven zich over Sarrail beklagen, om verschil
lende redenen en lieten duidelijk blijken, dat zij een ander opper
bevelhebber der legers bij Saloniki wenschten.
Op de bijeenkomst van Boulogne op 20 Oct., toen Briand ver
sterking van het leger in Macedonië voorstelde om de operatiën
krachtiger te kunnen voeren, opperden de Britten de noodzakelijk
heid van het zenden van een inspecteur van groote reputatie, ten
einde ter plaatse te onderzoeken, of die versterkingen wel noodig
waren. Bleek die noodzakelijkheid, dan zou Engeland over zijn
bezwaren tegen den Macedonischen veldtocht heen stappen en
de gevraagde versterkingen zenden.
Deze inspecteur zou tevens de wrijvingen tusschen de staven
der verschillende legers moeten wegnemen en de harmonie her
stellen.
Briand moest toegeven, en te Parijs teruggekomen zond hij
onmiddellijk Roques, den M. v. O-, naar Saloniki. Hiermede kwam
349