artillerie van 8—12 stukken, w. o. 4 moderne van 7 c. M. in het vuur brachten. De Duitschers voerden op hun beurt verscheidene welgeslaagde partieele ondernemingen uit. Zoo bleef de toestand tot in het voorjaar van 1916 de concen trische opmarsch der geallieerden begon en gen. Tombeur het gereorganiseerde Belgische leger tot den aanval aanzette. Hij beschikte over 2 brig.'s, ieder van: 2 reg. inf., 1 comp. pioniers-pontonniers, 2 bijen van 7 c. M., 1 det. telegrafisten-telefonisten en 1 bij. bommenwerpers. Ieder reg. telde 3 bat.'s van 3 compieën inf. en 1 comp. van 4 6 Z. M.'s en 1 b.ij inf. geschut van 4,7 c. M. Ook de inrichting der hulpdiensten (waarbij 9.000 dragers per reg.) was zoo danig, dat Buhrer terecht kan spreken van „une véritable force militaire, admirablement outillée". Desondanks wilde Tombeur het niet wagen hiermede tegen de Duitsche veldver- sterkingen op te loopen. Hij deed 1 reg. zich tegenover de Sébéa stelling ingraven, bestemde 1 reg. voor het nemen der eilanden in het Kivumeer, ten Z. dezer stelling, 1 reg. voor een omtrekkende beweging in het N. van uit Oeganda en 1 reg. voor de bewaking der D. strijdkrachten ten Z. van het Kivumeer. Daar gen. Tombeur zich in den loop der veldtocht als een doortastend en bekwaam aanvoerder heeft doen kennen, bewijst dit wel, welk een groot afstootend vermogen een be hoorlijk ingerichte en van mitr.'s voorziene veldstelling in bergterrein bezit, ook als de inf. bezetting uiterst zwak is (hier 3 compieën!). 4 April begon de Belgische frontgroep den aanval, teneinde den vijand vast te houden en af te leiden van de dubbele omtrekking welke 18 April zou beginnen. Het verdedigende vuur toonde zich weldra zóó krachtig, dat de frontgroep besloot met sappen aan te vallen. Eerst 11 Mei waren deze sappen de D. loopgraven tot 400 M. genaderd en de Belgen begonnen den stormaanval voor te bereiden, toen Wintgens plotseling terugtrok, daar hij bericht kreeg dat in zijn rug Kigali door de N. omtrekkingsgroep genomen was. Met een totaal verlies van 150 man, vele dragers en 1 stuk van 7,7 c. M. wist hij nog juist uit de reeds toeknij pende tang te ontsnappen. (X). Nadat Lettow het gebied N. van de Roefiji rivier had moeten prijsgeven (zie le alinea VII), formeerde Smuts in de ten Z. van deze rivier gelegen kustplaats K i 1 w a een uit 2 brig.'s inf. (Hannyngton en O' Grady), 10 stukken veld- en 6 stukken berggeschut, bestaande div. onder gen. Hoskins, met het doel L i w a 1 e, in den rug der D. strijdkrachten, te be zetten. Deze div. dekte zich tijdens hare concentratie o. a. door een vooruitgeschoven stelling bij K i b a t a in het K i s- s i g e b., N. W. van K i 1 w a. Lettow kon deze beweging

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 10