len dag en daarop volgenden nacht bleven de Duitschers nu rond de stelling liggen. Levensmiddelen en water konden na genoeg niet opgevoerd worden, de munitie begon hier en daar op te raken, de verliezen waren hoog. In totaal werden 200.000 patronen verschoten, d. i. 1 ]3 van den geheelen voor raad, van 244 Europeanen werden 19 gedood en 41 gewond, d. i. 25 van de 1350 Askari's 66 gedood en 162 ge wond, d. i. 16 Onder de gevallenen waren 6 beroeps officieren, 1|7 van alle in de kolonie aanwezigen, waarbij kapt. v. Hammerstein, de chef van Lettow's geimproviseerden staf. Dit alles deed het moreel zakken, van alle zijden werd de wensch geuit het gevecht af te breken, daar de troepen het niet langer konden uithouden en de inname der stelling onmogelijk scheen. Lettow bedacht evenwel, dat de toestand bij den ingesloten tegenstander nog heel wat minder rooskleu rig moest zijn en hield vol, waarvoor hij werd beloond, toen de Britten na een mislukte uitvalspoging om 5.40 v. m., te 6 uur v. m. van den 19 Jan. de witte vlag heeschen en zich over gaven. „Freund und Feind" schrijft Lettow over dit gevecht „hatten sich in unangenehmer Lage befunden und waren der Erschöpfung ihrer Nervenkraft nahe. So pflegt es bei jedem ernsthaften Ringen zu sein. Die Askari lernten aber jetzt, dasz man das erste Miszbehagen bezwingen musz. urn den zuin Sieg erforderlichen letz- ten Vorsprung vor dem Feind zu gewin ne n". (XIII). Terwijl Lettow na het gevecht bij Kahé (zie IV) in Z. richting terugtrok stond bij L o k i s a 1 e op den uitersten W. vleugel van het Kilima Njaro gebied nog een comp. onder kapt. Rothert, waarmede heliographische seingemeenschap bestond. Deze bezette een versterking op een bergtop, waar binnen zich het eenige in die streek aanwezige water be vond. In den nacht van 3 4 April 1916 omsingelden 3 Z. Afr. cav. regten deze benteng, doch stuitten op krachtigen weerstand. De Britten hadden sinds 2 April geen water meer voor menschen en paarden gevonden en toen de sterkte in den avond van 6 April nóg niet gevallen was, besloten zij het beleg op te breken. Nauwelijks was dit besluit evenwel genomen of de Duitschers, bij wien kapt. Rothert zwaar gewond was, gaven zich over. 17 Europeanen, 400 Askari's en 2 mitr.'s vielen den Britten in handen. Hier was bij de Duitschers het moreel bezweken op het oogenblik, dat de overwinning nagenoeg bevochten was. Dat karaktersterkte bij den aanvoerder evenwel gepaard moet gaan met tactisch inzicht om niet tot bloedige en nutte- looze hecatomben te leiden, doch te zorgen, dat de groote offers van den troep alleen gevraagd worden als daardoor ook een groot 423

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 15