de eerste verdieping bevonden. Van deze verzamelrails voerden over afschakelbare hoogspanningszekeringen de verschillende' leidingen naar het 3000 V. net. De 8 overige transformatorstations, welke meer naar het Zuiden lagen, waren tevens bestemd om ook de electrische draadhinder nissen te voeden ten behoeve van de 4 Inf. divisies, zoodat iedere divisie over 2 transformatoren beschikte. De onderlinge tusschen- ruimte van deze stations bedroeg 4 tot 6 K. M., terwijl zij op een afstand van 2 tot 4 K. M. van het front lagen. De stroom van 17.500 V. werd langs hoofdzakelijk blanke lei dingen, over de noodige schakelaars en smoorspoelen naar deze 8 onderstations geleid (fig 3)van hieruit werd de omlaag ge transformeerde stroom langs ondergrondsche kabels naar voren naar de gevechtsschakelstations geleid. Van deze schakelstations werd de stroom langs ondergrondsche kabels gevoerd naar de hindernissen, welke in afzonderlijke deelen van 300 tot 400 M. lengte gesplitst waren (fig. 4. en 5). Aan de camouflage der genoemde 8 transformatorstations was alle zorg besteed bovendien waren zij zoodanig gebouwd, dat ze bestand waren tegenvoortdurende beschieting uit middel baar kaliber (15 cM.), een enkelen voltreffer uit de zware kali bers (21 cM.) en scherven van het zwaarste kaliber (36 cM.). Dit was noodig, aangezien de goede werking der hindernissen ten nauwste verband hield met de bedrijfszekerheid der trans formatoren. De stations waren ongeveer 5 M. lang, 2 M. breed en 2'/2 M. hoog en hadden 2 uitgangen. Het bedienend personeel was in een aparte ruimte er naast gehuisvest. Aan de verzamel rails van deze onderstations waren over schakelaars aangesloten: 2 éénphase-transformatoren van ieder 50000 V. A., welke den stroom, voor de hindernissen bestemd, omlaag transformeerden op 1500 V. en een draaistroomtransformator, welke den stroom benoodigd voor licht en kracht op 3000 V. transformeel den. De schakeling is schematisch voorgesteld in fig. 3 Een groote moeilijkheid was het aarden der beide éénfase- transformaforen door gemis aan voldoend grondwater, doch onk deze moeilijkheid werd op bevredigende wijze opgelost. De be- noodigde stroom voor de verlichting van de transformatorstations zelf werd van een der leidingen afgetapt en door een kleinen transformator gebracht op 120 V. De gevechtsschakelstations. Ook deze kleinere schakelstations (z. g. Gefechtstellen) waren goed gecamoufleerd en op dezelfde wijze tegen beschieting bestand als de boven beschreven 8 grootere transformatorstations. En ook om dezelfde redenen. Zij lagen op een gemiddelden afstand van 700 M. van het front af en op een onderlinge tusschenruimte 'j Fig. 5 geeft een voorbeeld van de onderlinge schakelingen. 432

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 24