van 1000 tot 1500 M. Ze waren door onderaardsche kabels met
elkaar verbonden, doch voedden toch ieder een afgerond deel
van het front onafhankelijk van elkaar. De stations waren 2X2
X 2 M. en dienden tevens voor huisvesting van het bedienend
personeel, leder dezer schakelhuisjes stond onder bevel van een
commandant, die verantwoordelijk was of de hindernissen in zijn
strook al dan niet onder stroom stonden. Ten einde dit voortdurend
te kunnen controleeren, had hij in zijn post de beschikking over
een signaalinrichting, terwijl deze commando-post met zijn on-
derhebbend schakelstation in telefonische verbinding stond. De
signaal-inrichting bestond uit twee in serie geschakelde lampen,
waarvan zich één bevond in den post van den commandant en
de tweede in het schakelstation zelf en welke in verbinding
stonden met de verzamelrails B (zie fig 4).
Het branden der lampen was dus een teeken, dat de hinder
nissen onder spanning stonden. De benoodigde stroom voor de
inwendige verlichting van deze gevechtsschakelstations werd ook
hier van het net afgetapt en met behulp van een transformator
op de juiste spanning gebracht.
De bediening van deze schakelstations bestond uit 3 tot 10
man, die tot taak hadden
le. het bedienen en het onderhouden der toestellen;
2e. het onderhouden der tot het schakelstation behoorende kabels;
3e. het uitoefenen van algemeen toezicht op de hindernissen.
Door de bediening werd om beurten dag en nacht wacht ge
houden deze wacht noteerde elk uur den stand der Volt- en
Ampère-meters.
Telefoonverbindingen.
De verschillende schakel- en onderstations waren telefonisch
met elkaar en met het technisch hoofdkantoor te Chambley ver
bonden. De telefoonverbinding bestond uit een dubbele leiding,
welke bevestigd was aan dezelfde masten als waaraan de blanke
17500 V. leiding was bevestigd en wel op 1,5 M hieronder.
Door dezen geringen afstand was de inductieve werking van de
hoogspanningsleiding op de telefoonleiding (zwakstroom) lang
niet denkbeeldig en, teneinde een eventueele inductie te
neutraliseeren, werd de telefoonleiding aan iederen derden mast
„verdrillt". 2) Verder was ieder gevechtsschakelstation door een
onderaardschen kabel verbonden met den post van den stations
commandant en bovendien met de beide nevenstations links
en rechts van hem en met het transformatorstation, waaronder het
bedoelde gevechtsschakelstation ressorteerde. Door deze verbindin-
Deze inductiewerking heeft zich o. a. ook doen gevoelen bij de
electrificatie van den spoorweg Batavia Mr. Cornelis.
2) Hieronder wordt verstaan een zoodanige bevestiging, dat in de ho
rizontale projectie der draden de telefoonieiding een slangenlijn vormt.
433