bracht en voor de eigen loopgraven geplaatst. Zij voldeden niet;
in het bijzonder daar, waar zij dicht voor de eigen linies waren
opgesteld. Deze losse hindernissen werden n.l., niettegenstaande
hun goede verankering en onderlinge stevige verbinding, meerdere
malen tengevolge van een beschieting in de eigen loopgraven ge
slingerd, waardoor zij een groot gevaar voor de eigen troepen
vormden. Bovendien had bij deze hindernissen zeer gemakkelijk
aarding plaats, natuurlijk ten koste van een zeer groot stroom
verbruik, hetgeen niet anders dan met hooge kosten en dan
zelfs nog niet eens geheel voorkomen kon worden.
Dergelijke hindernissen werden daarom al heel spoedig vervangen
door andere, bestaande uit een eenvoudige enkelvoudige draadver
sperring, terwijl hierachter, zoo eenigszins mogelijk, toch nog
een vaste hindernis werd aangelegd.
Uit den aard der zaak dienden de eigen troepen en wel in
het bijzonder de nachtelijke patrouilles tegen deze electrische
hindernissen beschermd te worden. Deze bescherming bestond
uit een ongeladen draad, welke aan palen was bevestigd en zich
op circa 1 M. van de electrische hindernis bevond (zie fig. 6).
Deze beschermingsdraad was om de 50 M. afgebroken over een
afstand van 10 cm. Hierdoor werd bereikt, dat, mocht door de een of
andere oorzaak de beschermingsdraad onder spanning staan, het
gevaarlijke hiervan toch direct gelocaliseerd was. Hetgeen de con
trole en de veiligheid natuurlijk niet anders dan zeer ten goede
kwam.
De beschermingsdraad was ook aangelegd tusschen eenige ope
ningen in de eigenlijke electrische hindernis, zoodat tusschen de
verschillende deelen hiervan a. h. w. een straatje werd gevormd
van ong. 60 cm. breedte, waardoorheen de patrouilles zonder eenig
gevaar konden passeeren (zie fig. 6). Ter meerdere beveiliging der
patrouilles konden z. n. de beide stukken van de hindernis links
en rechs van den doorgang tijdelijk stroomloos worden gemaakt.
Ook werd gebruik gemaakt van onderaardsche doorgangen, welke
onder de electrische hindernissen liepen. Vaak werd ter bevei
liging van de eigen troepen gebruik gemaakt van hel gekleurde
lampen, welke over een kleinen transformator met de electrische
hindernissen in verbinding stonden. Het branden dezer lampen
was nu voor de troepen het teeken, dat de hindernissen onder
spanning stonden en dus voorzichtigheid de boodschap was. Het
sprak vanzelf, dat het schijnsel der lampen aan 's vijands zijde
niet zichtbaar mocht zijn.
Kabels.
Aanvankelijk werd gebruik gemaakt van zinkkabels voorzien
van papierisolatie, doch zonder lood- of ijzermantel. Het papier
was in olie gedrenkt en uitwendig geteerd. Het ministerie van
oorlog te Berlijn vond toen de toepassing van kabels met
436