bij Tanga (3 en 4 11 1914) (1) noodig om de Britsche legerleiding tot dit inzicht te brengen, terwijl onbekwaamheid, aanvalsdrang en eerzucht van sommige onderaanvoerders ook nadien nog tot onnoodige frontaanvallen voerden (11, Xlll). De zelfoverschatting van den sterkere verleidde hem hier tot han delingen, waaruit de zwakkere voordeel trok! (I) De D opstelling bij T a n g a was op den linkervleugel aangeleund aan de zee en bestond uit 6 comp. en 14 zw. mitr.'s, met 1 comp. en 4 zw. mitr.'s rechterflankdekking, tezamen 1-000 man met 18 zw. mitr.'s, zonder art. Hoewel het terrein op den niet aangeleunden vleugel zich leende voor troepenbewegingen en zelfs landingsgelegenheid bood ontscheepte de Br. opperbevelhebber, gen. A 11 k e n, zijn oeheele macht, bestaande uit 2 Europeesche regimenten en l^Br. Indisch brig., tezamen rond 4.000 man, vóór de D stelling en greep deze zuiver frontaal aan, zelfs zonder linkerflankdekking. Het gevolg was, dat hij aan die zijde volkomen verrast werd door den tegenstoot der D. comp. flankdekking, ingeleid met het vuur der 4 zw. mitr.'s en zijne troepen in paniek terug vloeiden en weder ingescheept werden. De Britten verloren 795 dooden, de Duitschers 64 w o. 16 Eur. en 13 dragers der mitr.'s. (II). In afwachting van het groote offensief der geallheerden dekte Lettow in 1915 het N. der kolonie door een afwachtings- opstelling bij de Kilima Njaro, waartoe een op Br. gebied vooruitgeschoven post op den OldoroboliGiivcl behoorde, bezet door 3 'comp., 6 zw. mitr.'s en 3 stukken geschut van 6 c. M. onder majoor K r a u t. Deze heuvel was krachtig versterkt, doch er kon geen water gevonden worden, zoodat dit met ezelskarren uit de Loemi rivier gehaald moest worden. Hoe wel* dit den Engelschen niet onbekend kon zijn en een front- aanval dan ook niet in het voornemen van hun opperbevel hebber, gen. S m u t s, lag, ging de comdt der 2e div., gen. M a 1 1 e s o n, hier 12 2 1916 tóch toe over. De aanval werd uitgevoerd door 3 bat.'s, in hoofdzaak uit de 2e Z. Afr. brig., door den div. comdt persoonlijk bestuurd en voorbereid met een bombardement uit 18 vuurmonden. Toen de aanvallers, die slecht opgeleid bleken, op 300 M. gena derd waren, openden de Duitschers het vuur en gingen daarna tot een tegenaanval over, tezamen met een door Let tow tegen 's vijands rechter (N.) flank geworpen comp. Met een verlies van 170 dooden stelden de Engelschen zich in hun versterkt kamp bij Mboejoeni in veiligheid. Op last van gen. Smuts werd de ,,D e v i 1 s h i I 1" daarop 8 Mrt. d. o. v. omtrokken en moest toen zonder slag of stoot worden prijsgegeven (zie III). De groote moeilijkheid bij dezen aanvalsvorm was, den ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 2