451 nieuwde verzekering stellen, dat dit cijfer zij het dan ook globaal bedoelde kosten weergeeft. Een andere opgave dan reeds is opgenomen in de Memorie van Antwoord betreffende de IXe begrootingsafdeeling voor het dienstjaar 1925 (le gew. zitt. 1924, Ond. 1 Afd. IX st. 8) kan niet worden overgelegd. (Afd. Versl.) Gaarne zoude men vernemen of de op Java gelegerde troepen in staat zijn, een aldaar op verschillende plaatsen tegelijk uitbrekend ernstig verzet spontaan ie breken. Een en ander in verband met de overname in verschil lende Buitengewesten van de diensten der gewapende politie, waarvoor Java van meerdere troepen werd ontbloot. (Mem. v. Antw.) Er behoeft in het minst niet aan te worden getwijfeld, dat de op Ja va- gelegerde troepen in staat zijn, een aldaar op verschillende plaatsen tegelijk uitbrekend ernstig verzet spontaan te breken. (Afd. Versl.) Wat zal zoo vroeg men de bestemming zijn der op blz. 7 der Memorie van Toelichting bedoelde buiten verband gebrachte marechaus see-compagnieën. Ligt het verder in de bedoeling de daar genoemde bataljons bij mobilisatie op een sterkte van 5 compagnieën te houden? Blijkens stuk O zal de kern der wielrijderscompagnie behalve uit kader enz. uit 192 niet-Europeesche soldaten bestaan. Gevraagd werd, waartoe dit groote aantal moet dienen. (Mem. v. Antw.) Bij mobilisatie zullen de alsdan buiten het regimentsverband gebrachte marechaussee-compagnieën in de eerste plaats worden bestemd ter voorzie ning in de onder die omstandigheden te verwachten behoefte aan miliiaire politie; omtrent eventueele andere bestemmingen, bij mobilisatie aan deze troepen te geven, meent de Regeering zich uit hoofde van hetdefensiebe- lang te moeten onthouden van inlichtingen. In de vredessamenstelling van de wielrijderscompagnie werd, behalve met een kern van beroepspersoneel, benoodigd om bij mobilisatie 2 militie-compagnieën strijders-wieliijders te vormen, rekening gehouden met een behoefte aan beroepspersoneel voor den te velde z< o uiterst ge- wichtir.gen verbindingsdienst, waarvoor 8 man per veldbataljon zijn uitgetrokken, terwijl de overigen bestemd zijn voor de regiments- en divisie-staven en voor het Hoofdkwartier van het Veldleger. (Afd. Versl.) Mededeeeling werd verzocht, waartoe een staf voor legercavalerie is uitge'rokken, terwijl geen legercavalerie in de legersamenstelling voorkomt. (Mem. v. Antw.) Inderdaad is de gekozen omschrijving minder juistdeze zal in de ontw.- begr. voor 1927 worden gewijzigd in„staven der half-regimenten cavalerie".. (Afd. Versl.) Gevraagd werd, op grond van welke motieven hst aantal batterijen mo torartillerie van 4 op 2 wordt teruggebracht en waarom thans aan de stellingartillerie eene kleine uitbreiding moet worden gegeven, (Mem. v. Antw.) Hieromtrent wordt verwezen naar de in 1 van deze M.v. A. gegeven- toelichtingen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 43