462 Hierin wordt o. a. de invloed van atmosferische factoren op de lucht- waarneming en het verkennen van militair spoorwegverkeer besproken. Deel V van de serie tactische oefeningen van de luitenants Veldmeyer en Fortanier behandelt de oplossing van de opdracht: „De compagnie dekt een mobiliseerend garnizoen". Van „Versterkingskunst in den sfellingoorlog" door luitenant van Mill verschijnt het IVe gedeelte. Kapitein van Baak bzhandelt in „Practische oefeningen met de com pagnie" een manier waarop een compagnie een défilé kan passeeren, dat onder vijandelijk afsluitingsvuur ligt. In het „Indisch Maandoverzicht" worden krijgs- en vredeswerk der maréchaussée en afvloeiingsmaatregelen besproken. Kapitein Jhr. J. Th. Alting von Qeusau geeft een opstel over „Gasaf- weer" naar aanleiding van een in Frankrijk nieuw verschenen zaakbetrek- kelijk voorschrift, nl. „Instruction provisoire sur la protection contre les gaz de combat. Annexe No. 7 l'lnstruction provisoire sur l'emploi tactique des grandes unités''. 1924." In dit opstel wijst schrijver op de harde noodzakelijkheid voor het Nederlandsche leger om zich ernstig op den gasafweer voor te bereiden. Hij haalt daarbij de volgende zinsneden uit het Fr. voorschrift aan. „L'utilisation par l'adversaire des gaz comme engin de combat peut, dans une armée non préparée ft subir ce genre d'attaque, provoquer une usure considérable des effectifs et porter une grave atteinieau moral der troupes. En conséquence, le Commandement, a tous les échelons, a le devoir impérieux de prévoir et d' organiser la défense contre ce mode degres sion" Als voorbeeld van de strenge bepalingen die het Fr. voorschrift kent somt schrijver de volgende maatregelen op, die genomen moeten worden in een door yperiet besmet terrein le. Hoe zwak de geur van het gas ook is, steeds is er gevaar en zelfs zonder geur kan er gevaar zijn, daar de geur door andere geuren van springende projectielen kan overstemd worden. 2e. Men moet niet erop rekenen, dat men de aanwezigheid van yperiet merkt door de uitwerking; deze doet zich niet terstond gevoelen, soms pas na 24 a 48 uren. 3e. Men zij vooral voorzichtig in de eerste morgenuren na een nachtelijk bombardement en gedurende de warmste uren van den dag, 4e. Als de omstandigheden het toelaten de speciale kleeding dragen en wei in gesloten toestand; geen losse panden. 5e. Men vermijde granaattrechters, waterplassen, bedekte terreinen, struik gewas, e d. 6e. Zeis met speciale kleeding ga men niet op den grond zitten, men kruipe niet, kortom men rake den grond niet aan. 7e. Geen verdachte voorwerpen aanraken, anders dan met een schop. Is deze niet aanwezig dan speciale wanten aandoen. 8e. Geen scherven en buizen oprapen, doch ze ter plaaise begraven. 9e. Geen voorwerpen, die wellicht met yperiet besmet zijn, verbianden. 10e. Geen natuurlijke behoefte doen in verdacht terrein; in ieder geval tevoren de handen ontsmetten. 11e. Meermalen daags de handen met zeep wasschen en minstens eenmaal daags de oogen met schoon water. 12e. De handen niet onnoodig aan het gelaat brengen; zich niet krabben. Men zal toch moeten toegeven, dat dit alles bij uitstek practische zaken zijn, die minstens al het kader moet weten, om de mannen tegen de hoogst onaangename gevolgen der onwetendheid te kunnen behoeden." De serie artikelen van luitenent van der Waal geeft ditmaal een beschrij-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 54