475
toegestane munitievoorraad toelaat. Het geschutvuur wordl daarvoor nae-
gebootst door vuur met geweergranaten uit daarvoor bestemde geweren.
Revue d'artillerie. 15 Avril 1925. bevat het slot van „Les travaux de
standardisation en Allemagne". In „Encore queiques mots sur la méthode
du réticule tangent" vereenigt de redactie vier nota's van verschillend
schrijvers, alle handtiend over dat onderwerp.
Voorts vinden we nog een „Note sur ['observation bilatérale improvisée."
La Revue d'infanterie. Avril 1925. Dit nummer bevat een opstel „Ce que
tout officier doit savoir de l'arti'.lerie", waarin de schrijver zegt:
„Ne faut-il pas aussi que les camarades d'autres arntes se rendent un
peu compte des problèmes qu'ils posent aux artilleurs et des moyens par
lesquels ceux-ci cherchent a les résoudre Peutêtre comprendront-ils mieux
pouiquoi Ie résultat n'est pas toujours celui qu'ils auraient désiré."
Om een goed denkbeeld te geven van de eigenschappen van het
artillerievuur en in het bijzonder van het begrip spreiding, zijn
aan den inhoud reproducties van lichtfoto's van werkelijk geschoten tref—
ferbeelden toegevoegd. Schrijver oordeelt het van groot' belang dat bij
schietoefeningen der artillerie veel officieren der infanterie als toeschouwers
worden ingedeeld en dan zoodanig worden opgesteld dat ze vooral een
indruk krijgen van de ligging van het vuur (dus niet op de waarnemings
posten der batterijen maar op zij van de doelen).
Het artikel Materialisation des effets des feux-Arbitrage et instruction
des petites unités van den lieutenant-colonel P. A. Cour geeft nuttige
wenken voor het houden van oefeningen in klein verband, waarbij de
infanterie moet leeren om zich in het terrein te bewegen op de wijze die
zich het beste aanpast bij het vuur waaraan zij wordt blootgesteld. Hij
vestigt er de aandacht op, dat men bij oefeningen er voor moet zorg
dragen dat „Ie plastron" fde afdeeling, die men voor ensceneering heeft
bestemd) zooveel mogelijk volgens de werkelijkheid optreedt (dus geen
zwaaiende van verre zichtbare vlaggen, die b. v. gedekt'opgestelde vijan
delijke mitrailleurs moeten voorstellen enz!). De studie „Travail dupli
cation tactique. Attaque d'une position en voie d'organisation avec emploi
d un bataillon de mitrailleurs", komt ons voor onze verhoudingen van
minder belang voor.
We vermelden voorts het le gedeelte van „Opérations de couverture
dans la Woëvre en 1924" en het slot van „Les minnenwerfer dansl'armée
allemande
Revue Militaire Fran^aise. Avril 1925. Hierin verschijnt het slot van het
belangrijke artikel „La motorisation de l'armée" waarin het gebruik van
het motorvoertuig voor de artillerie wordt besproken.
Over ,1e canon d'accompagnement" zegt de schrijver:
11 doit être-mobile pour se déplacer et combattre dans la zone même
des feux d infanterie. II ne peut ctre enfermé dans un char, Iequel serait
forcement trop lourd.
Ce canon, qui doit être obusier pour atteindre les contrepentes devra se
protéger par le terrain.
Se mouvant dans les premières lignes, le canon d'accompagnement ne
peut être tralné par des chevaux.
Son type idéal serait évidemment un auto-canon a chenille et roues;
mais étant donné le nombre nécessaire de ces canons, la dépense serait
formidable.
On pourrait utiliser pour le tractage du canon et celui du caisson Ie
petit tracteur de culture maraïchère ou de vigne. Mais Ie nombre en est
actuellement fort restreint, et on ne peut compter qu'il s'accroitra de long-
temps. A vouloir en faire construire pour les seuls besoins de l'armée
la dépense serait énorme.
On aurait une solution beaucoup plus économique si ou pouvait utiliser
pour l'artillerie d'accompagnement les chassis de voitures tenre taxis.
Deux voitures par piècesl'une pour la pièce et son affüt, l'autre pour