Slechts de eerste vormen zuivere tekortkomingen. De reacties
zonder prikkels zijn in hun oorsprong gecompliceerder en moeten
dan ook anders worden gewaardeerd. Zij zijn immers niet terug
te brengen tot denzelfden psychologischen grondslag als de tekort
komingen. .f
Eerst worden dus de procentcijfers der tekortkomingen in de
hoofdopdracht per omdraaiing, dus per 2 minuten, vastgesteld.
De afname per omdraaiing van de tweede en vierde ten opzichte
van respectievelijk de eerste en de derde, geeft de mate van oefening
van den proefpersoon. De toename bij de derde omdraaing ten
opzichte van de tweede toont de mate van afdwaling van den
betreffenden proefpersoon in verband met het intreden van een
meer gecompliceerde situatie of opdracht.
De toename tegen het einde der laatste omdraaiing toont een
eventueel voorhanden vermoeidheid aan.
Op dezelfde wijze worden de lampenprikkels behandeld. In bei
de gevallen worden nu de resultaten van de vijf draaiingen samen
gevat en als enkele waarden gebruikt. Het totaal van alle prikkels
zoowel van hoofdopdracht als bij-opdrachten en de daarop cor-
respondeerende weglatingen geven een cijfer betreffende de mate
van zekerheid van het reactievermogen. De reacties zonder prikkel
in de hoofdopdracht vormen een maat voor het voorhanden zijn
of ontbreken van de innerlijke zekerheid en rust, dus de recep
tieve functies, die bij de vervulling van de hoofdopdracht mee
werken. Deze worden dan ook onder een speciale waarde
samengevat.
Verder komt het nog voor, dat een lampenprikkel we! wordt
waargenomen, maar dat een onjuist aantal reacties volgt. Hier
gaat het dus meer om de motorische reactiegereedheid, die in
onvoldoende mate wordt beheerscht.
Er zijn dus voor de meting acht gezichtspunten welke ieder op
zich zelf cijfermatig uit de fouten in procenten kunnen worden
berekend, t. w.:
1. Weglatingen bij het volvoeren der hoofdopdracht.
2. Weglatingen bij de bijopdrachten.
3. Oefeningstoename.
4. Afleiding door het zich compliceeren van de opdracht.
5. Verslechtering door vermoeidheid.
6. Totaal-reactiviteit.
7. Reacties zonder prikkel in de hoofdopdracht (onstandvastig
heid der receptieve functies).
8. Verkeerde reacties bij de bijopdrachten (onstandvastigheid
der motorische reactiegereedheid).
Ten aanzien van de tijdmeting kwamen de volgen 1e ge
zichtspunten naar voren.
De reactietijden voor de bijopdrachten zijn geen zuivere
reactietijden. Het optreden van den prikkel en het passeeren door
493