ad 6. Het vastgesteld zijn van de plaatsen waar uitgestapt moet
worden is een groote steun voor den transportcommandant,
die dan slechts gegeven bevelen opvolgt en niet bevreesd
behoeft te zijn, dat zijn voorzichtigheid voor bangheid wordt
gehouden.
ad 7. Het scnijnt vreemd, nog te bepalen dat goede rottans ge
bruikt moeten worden en toch heeft de practijk mij bewezen,
dat zulks geenszins altijd het geval is. Een Dajak moet
in ieder opzicht gecontroleerd worden. Hij neemt een goede
rottan liever mede naar huis of vlecht er onderweg iets
van, dan die voor de prauw te gebruiken. Zij wagen het
er gewoonlijk maar op. Slechts één rottan te gebruiken is
hoogst gevaarlijk bij de vaart stroomopwaarts, want als
die bij het door de stroomversnelling trekken breekt, wat
vaak genoeg gebeurt, dan is de prauw met goederen dik
wijls verloren.
ad 8. Dit punt behoeft eigenlijk geen toelichting. De bedoeling
is, dat de commandant maar niet doorvaart en de minder
goed bemande prauwen aan haar lot overlaat. De ongeluk
ken hebben gewoonlijk met die achtergelaten prauwen
plaats.
'ad 9. Op vreemdelingen maakt het den indruk, dat Dajaks hard
verken en elkaar altijd helpen. Niets is minder waar dan
dat. Het zijn echte dagdieven; zij hebben er den slag van
om heel druk te doen en toch niet op te schieten.
Ze kunnen b. v. heel verdienstelijk een vruchtboom of een
varken ontdekken, doch wanneer men ingaat op hun ver
zoek om te stoppen, dan komt men het eerste uur niet
weg.
Jagen en vruchten zoeken moeten zij daarom maar liever
in hun vrijen tijd doen.
ad 10. Het handhaven van dit punt beveel ik ten zeerste aan. De
stroomversnellingen zien er bij iederen waterstand anders
uit, Even uitkijken kan veel onheil voorkomen.
ad 11. Streng handhaven van het gestelde in dit punt is noodzake
lijk. Wanneer de prauwen te veel afstand hebben kunnen
zij elkaar niet te hulp komen bij een ongeluk en wanneer
zij te dicht bij elkaar varen is dat dikwijls de oorzaak van
ongelukken. Gewoonlijk varen zij tegen elkaar op het on
gunstigste punt, b. v. bij het passeeren van een versnelling
e. d. Dat men nimmer één prauw door de stroomversnel
lingen mag zenden heb ik niet afzonderlijk vermeld, omdat
dit aan het misdadige grenst.
Zelfs twee prauwen zendt men bij voorkeur niet, maar wel
drie.
Wanneer met een alleen varende prauw iets gebeurt, kun-
501