gelijkheden van het gebruik van giftige gassen tegen groote ste den en vitale centra van de oorlogvoerenden. Het is moeilijk, over dit punt tot in bijzonderheden te spreken, omdat, gelukkig, er tot nu toe geen enkel voorbeeld is geweest van zulk een aanval. Maar men moet toegeven, dat, uit een technisch oogpunt, het niet onmogelijk is, dat groote steden uit de lucht zouden worden aan gevallen met vergiftige gassen, dan wel met behulp van vuur wapens met de grooter en grooter wordende drachten, zooals deze behooren tot de bewapeningen van legers en vloten. Er is inte gendeel alle reden om aan te nemen, dat in een toekomstigen oorlog van net luchtwapen een ruimer gebruik zal worden gemaakt dan in den afgeloopen krijg het geval was, zoowel wat het aantal vliegtuigen uetreft als hun transportvermogen. Hoe zulk een han deling ook te veroordeelen zou zijn, technische bezwaren bestaan er niet tegen het werpen van bommen van groote afmeting, ge vuld met giftige gassen, op centra, welke onontbeerlijk zijn voor het politieke of economische leven van het vijandelijke land. Het gebruikte gas zou niet bepaald tijdelijk in zijn uitwerking behoe ven te zijn, omdat het doel zou bestaan in het hinderen of ver nietigen van het middelpunt van bedrijvigheid, waarop de aanval zou zijn gericht. Het mosterdgas b. v., in groote hoeveelheid over de stad uitgestort, zou waarschijnlijk langen tijd laag bij den grond blijven en langzamerhand de huizen binnendringen. Het is te hopen, dat men een doeltreffend middel zal vinden om de burgerbevol king tegen zulke gevaren te beschermen, maar toegegeven moet worden,- dat het een moeilijk probleem is. De verschaffing van mas kers aan een geheele bevolking schijnt bijna onuitvoerbaar en het moet nog oewezen worden, dat collectieve methoden van bescher ming doeltreffend zijn. Bij ontstentenis van deze middelen en zonder aanwijzingen omtrent de plaats waar de aanval kan worden ver wacht, is volledige bescherming ten eenenmale onmogelijk. Bo vendien blijven, zelfs in het open veld, de zware giftige gassen gedurende langen tijd zeer dicht bij den grond. Het zou zeer moeilijk zijn te zeggen, hoe lang zij in een stad zouden blijven hangen en aldus een gevaar vormen. Men zou nu zonder twijfel kunnen betoogen, dat zulk een ontwik keling van den oorlog al te afschuwelijk zou zijn en dat het geweten der menschheid tegen zulke practijken in opstand zou komen. Dat is mogelijk, maar gezien het feit, dat in moderne oor logen zooals de laatste de geheele bevolking van een land nagenoeg betrokken is, is het te vreezen dat minder scrupuleuze oorlogvoe renden geen onderscheid maken tusschen het gebruik van giftige gassen tegen troepen op het slagveld en het gebruik van deze gassen tegen de centra, welke aan deze troepen de middelen verschaffen om. te strijden. Ten slotte, eenerzijd- constateerend, dat in den oorlog steeds talrijker en uiteenloopender toepassingen van de wetenschap wor- 525

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 47