Het verdient aanbeveling dadelijk met een bocht van 45° te beginnen
en deze vervolgens te verscherpen.
Daardoor geraakt de leerling spoedig vertrouwd met scherpe wendingen.
Is de lee ling hierin voldoende bedreven, dan zal de instructeur tijdens
een wending het vliegtuig uit den evenwichtsstand brengen en den leerling
onmiddellijk de fout doen herstellen.
Vervolgens zal de leerling planeerende, wendingen verrichten.
Wanneer de leerling het vliegtuig bij wendingen en het planeeren goed
beheerscht, zal hem onderwezen worden hoe het vliegtuig in een vrille
wordt gebracht en op welke wijze het weder in den normaalstand wordt
teruggevoerd.
Vooral zal de instructeur sterk naar voren brengen, hoe spoedig een
vliegtuig na het slecht beschrijven van een bocht ineen vrille kan geraken.
Instructie in het opgaan en landen zal bij elke vlucht plaats vinden.
Intusschen nadert het oogenblik, dat de leerling ALLEENVLUCHTEN
zal moeten verrichten.
Geen alleenvluchten mogen worden toegelaten alvorens de leerling
goed alle bochten neemt, zoowel met den motor af als aan, met
groote zekerheid landt en opstijgt, volkomen in het gevoel heeft welke
de klimstand en de planeerhoek van het vliegtuig is en dit uit een ..vrille'
en een „stall" goed weet te herstellen.
TelKens.. nadat de leerling gedurende eenige uren alleenvluchten heeft
gedaan, behoort de instructeur weder met hem op te stijgen teneinde na
te gaan of hij zich mogelijk fouten heeft aangewend, om vervolgens de
opleiding voort te zetten en meer lastige manoeuvres als het verrichten
van noodlandingen en „sideslips", het klimmen tijdens eene wending enz.
te onderwijzen en deze den leerling te doen uitvoeren.
Eerst nadat de leerling getoond heeft het geleerde volkomen te beheerschen,
mag met luchtacrobatie en aanvang worden gemaakt.
Vooral gedurende zijne alleenvluchten moet de instructeur zijnen leerling
nauwkeurig gade slaan.
Op een slecht gemaakte landing moet onmiddellijk een les in het landen
volgen, waarbij de instructeur zich in het toestel bevindt.
Een leerlirg mag nimmer doelloos opstijgen, steeds behoort hem een
taak te worden opgelegd.
Wanneer de opleiding haar einde nadert, behoort de instruc'eur meerdere
malen met den leerling op te stijgen, om hem bij wijze van algemeene
herhaling, verschillende manoeuvres te doen verrichten.
Selz leidde uit de analyse van een groot aantal vliegongeval
len de bepalende geschiktheidscomponenten af.
Hij kwam daarbij tot de conclusie dat 53% der door hem onder
zochte gevallen te wijten waren aan den onvoldoenden aanleg van
den vliegenier.
De voornaamste beroepsvereischten zijn:
a. Oriëntatievermogen.
Bij een onvoldoend oriëntatievermogen, d. i. een onvoldoende
aanleg tot verdeeling van de opmerkzaamheid is het betreffende
individu steeds in meer of mindere mate uitsluitend ingesteld op
de vervulling van één enkele beroepshandeling.
Een distributieve opmerkzaamheid daarentegen registreert
onwillekeurig in het geheugen meerdere opmerkzaamheidscom
ponenten, die feitelijk automatisch worden opgenomen.
482