in den Pacific zou verwerven. Doch ook hier liep Japan ie hard van siapel de 21 eischen in 1915, de bezetting van Shantung onder het mom, die voor de verovering van Tsingtao noodig te hebben, de afspraken met de militaire Chineesche kliek in 1919, het niet-ontruimen van Shantung, haalden het de achterdocht van China op den hals, die uit de boycott der japansche goederen in 1919 even duidelijk als doeltreffend sprak. Na de conferentie van Washington, waar Japan merkwaardig genoeg afkwam, had het zijn politiek tegenover China te herzien en te (lachten als Aziatische beschermer van dat land op te treden. Want zoowel op economisch gebied door de aanwezigheid van voor Japan onmisbare grondstoffen en de onmogelijkheid met den Chineeschen arbeider te kunnen covjcurreeren als op politiek terrein, waar het de leiding in staatszaken moest trachten over te nemen, was het voor Japan geboden met China op zoo mogelijk goeden voet te staan. Temeer nog, waar hoe langer hoe meer bleek, dat de Chineesche republiek verdeeldheid bracht en leiding van buiten dringend noodig was. Zoo was de toestand, toen de redactie van het Soerabaiasch Handelsblad in een oudejaarsavond-interview de inzichten van verschillende personen over het komende jaar 1924 inwon en van schrijver dezes in het bij zonder over de toekomst in de Stille Zuidzee. Het antwoord luidde toen, dat de toekomstige ontwikkeling van China het vraagstuk zoude beheer- schen en dat met name de vraag, wie in de toekomst de lakens in China zou uitdeelen, beslissend was. Amerika, dat gaarne deze rol op zich had genomen had het bezwaar, dat het een niet Aziatische mogendheid was en dit aanvoelen als Fremdkörper door China deed zijn politieke missie mislukken. Met Japan was de verhouding, waar de 21 eischen nog versch in het geheugen lagen, te gespannen, dan dat het de leiding oo zich kon nemen. De merkwaardige opkomst van Rusland bracht een nieuwe macht in het midden, die van half Aziatische afkomst niet het odium der Wes terlingen droeg en daarbij zich aandiende als vrij van imperialistische tendenzen. Japan dat destijds toen de kansen de Witte Russen gunstig schenen hen met geld gesteund had, zag zich nu genoopt met de nieuwe groot macht rekening te houden, al had het daarmede een dreigend gevaar in de buurt gehaald. Want de oudminister Baron Goto moge onlangs nog verklaard hebben dat het communisme voor zijn loyaal land geen gevaar zou opleveren en men wel maatregelen zou nemen tegen excessen, deze bewering is even grootsprakig als de andere bij die gelegenheid gelan ceerd, namelijk dat de kolonisatie van Catifornië voor het grootste deel aan Japanners zou te danken zijn en op dezen grond al de immigratiewet veroordeeld. Het samengaan met Rusland heeft voor japan twee nadeelen, het inhalen van een concurrent in China en van den propagandist van gevaarlijke theoriën in de onmiddellijke nabijheid, terwijl het bindmiddel met Rusland de strijd tegen de Westersche mogendheden en Amerika is. Een dergelijke dubbele kant vertoont de politiek met China, bijzonder geaccentueerd in de laatste troebelenmet de Westersche mogendheden kan Japan onmogelijk berusten in den tegenwoordigen chaos, die zijn onderdanen en belangen bedreigen, kan het zijn met zooveel moeite ver worven concessies niet zoo maar prijs geven, maar aan den anderen kant moet het China steeds doen gelooven in zijn vriendschappelijke gevoelens tegenover een mede-Aziatische mogendheid, met wien het tegen Wester- schen en Amerikaanschen invloed gekant moet zijn. Het wordt als voorwaarde voor de menschelijke samenleving, voor een harmonieuze verzoening van de vele tegenstrijdige tendenzen van het aller grootste belang geacht dat de mensch drager is in de samenleving van tegentrijdige belangen. Voor de politiek in het Verre Oosten is deze gelukkige omstandigheid in ruime mate aanwezig, doordien de gemeenschappelijke belangen van Rusland, China en Japan voor een goed deel in evenwicht gehouden worden door hun tegenstrijdigheid. 542

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 66