Hierbij gaat het om de juiste schatting van den weg, dien
het vliegtuig met de verminderde snelheid in verband met de
windsterkte nog moet afleggen, om op het juiste oogenblik
en op de juiste plaats den grond te raken.
3. Het „afvangen" zelve, m. a. w. de nauwkeurigheid, waarmede
met behulp van het hoogtestuur de bewegings-snelheid wordt,
geregeld.
De vliegenier moet in staat zijn zwakke prikkels en geringe
prikkelverschillen zuiver waar te nemen en daarop in verband
met de prikkelgrootte nauwkeurig reageeren.
Het psychotechnisch geschiktheidSonderzoek kan op tweeërlei
wijze worden opgebouwd, t. w.
a. Men tracht in het laboratorium verhoudingen te construeeren,
die principieel aan den proefpersoon dezelfde complexe
psychische eischen stellen, als het werkelijke vliegen.
Dit experiment tracht dus zoo dicht mogelijk de werkelijkheid
te benaderen.
b. Men onderzoekt de verschillende deelfuncties ieder afzonder
lijk op basis van de gemaakte beroepsanalyse.
Uit het totaal der resultaten vormt men zich dan een oordeel
over de beroepsgeschiktheid.
De eerste methode heeft het voordeel, dat het vellen van een
eindoordeel over den proefpersoon minder moeite kost.
Door de gecompliceerdheid van het experiment kan men echter
niet steeds zu.ver aanwijzen, waarom een proefpersoon niet heeft
voldaan. Eventueel door oefening te ontwikkelen elementen komen
niet duidelijk genoeg tot uitdrukking, zoodat de selectie minder
nauwkeurig wordt in het licht van de ontwikkelings-mogelijkheid
van den proefpersoon.
De tweede methode van onderzoek verschaft wel een overzichte
lijk geheel omtrent de positie der deelfuncties, doch de waardeering
daarvan als elementen van het beroepscomplex is zeer moeilijk.
Bovendien staat de proefpersoon verder van het experiment af,
is minder geïnteresseerd en dus minder actief in de reactie.
Het komt mij praktisch gewenscht voor beide methoden te com
bineeren. Na het eerste complexonderzoek volgt de experimen-
teele vaststelling der deelfuncties, onverschillig of het resultaat
van het eerste positief of negatief is uitgevallen.
Is het resultaat positief, dan kan het analytisch experiment
vingerwijzingen verschaffen, welke deelfuncties verhoudingsgewijs
verder kunnen worden ontwikkeld; is het resultaat negatief, dan
kan worden vastgesteld in hoeverre definitieve afwijzing noodza
kelijk is en wat eventueel door scholing kan worden aangevuld en
verbeterd.
Het reactie-onderzoek kan in den eenvoudigsten vorm als volgt
worden uitgevoerd.
485