Vliegtuigbouw en motortechniek hebben immers reeds een
zoodanige hoogte bereikt, dat de voorkomende vliegongevallen'
voor het grootste gedeelte worden veroorzaakt door besturings-
fouten.
Bij een val met stopgezetten motor en de besturingsorganen
in normalen stand gesteld, zal het toestel zich na zekeren tijd van
zelf weer in den evenwichtsstand herstellen.
Deze valhoogte varieert voor de verschillende typen vliegtuigen,
doch gemiddeld kan de veiligheidshoogte op 600 M. worden ge
steld.
Wanneer dus op voldoende hoogte wordt gevlogen, en de
vliegenier weet waarom een vliegtuig in een bepaalden stand
komt en op welke w ij z e het daaruit in den normalen stand
is terug te brengen, mag, behoudens de gevallen, dat defecten zich
voordoen, een geoefend vliegenier zich van gevaren vrij rekenen.
Een eerste vereischte is het derhalve, dat de vliegenier onder
alle omstandigheden zijne zelfbeheersching
behoudt en vóór het opstijgen zijn vliegtuig aan een
nauwgezet onderzoek onderwerpt.
Tot nadere toelichting omschrijf ik hierna nog een aantal ge
vaarrisico's, waar altijd weer duidelijk de groote rol van de tegen
woordigheid van geest naar voren komt.
Bij het ontstaan van brand in den motor is de eenige kans
op redding, dat men onmiddellijk den brandstoftoevoer afsluit en
den motor op het grootste aantal toeren brengt.
Zoodoende wordt de in den motor aanwezige brandstof op de
snelste wijze verbruikt.
Bij het ontstaan van ernstige defecten tijdens het vliegen, in het
bijzonder aan de vleugels en stuurorganen, zal de vliegenier
zooveel mogelijk horizontaal vliegend moeten trachten te landen.
Op deze wijze voorkomt hij de sterk op het vliegtuig inwerkende
krachten.
De ervaring uit den jongsten oorlog leert, dat op talrijke plaat
sen doorschoten vliegtuigen op deze wijze zonder ongevallen
tot landing konden worden gebracht.
Vóór tot de bespreking van het psychotechnisch onderzoek kan
worden overgegaan, moet vaststaan, wat van een goed vliegenier
moet worden geëischt.
Dit komt o. a. duidelijk tot uitdrukking in de hiervoor genoemde
„Order voor de militaire luchtvaart" waaraan ik het volgende
ontleen.
A. VLIEGINSTRUCTIE OP DEN GROND.
1. Benamingen en bestemmingen van de onderdeelen van het vliegtuig.
2. Het gebruik en de uitwerking van de stuurorganen; den leerling
daarbij ook te plaatsen in een vliegtuig.
3. De beteekenis verklaren van vliegsnelheid en wijzen op de gevolgen
van onvoldoende snelheid.
480