alle verkend moeten zijn) en moet één opstellingsplaats per zoek licht als onvoldoende worden beschouwd. 1 Voor het beschijnen van défilé's, rivieren, bruggen, enz. is de waarde van zoeklichten blijven bestaan, doch indien mogelijk, zal me:i ook in die gevallen de opdracht beter kunnen verstrekken aan zoeklichten van kleiner kaliber (draagbare). Zoeklichten voor nabijverlichting (nabijverdedigingszoek- lichten). De zoeklichten van kleiner kaliber zullen ongetwijfeld ook hier in Indië een ruimere toepassing kunnen vinden. Men ge- bruike ze evenwel nooit om licht te brengen op middelbare en groote afstanden. Een afstand van 500 600 M. mag wel als uiterste grens worden beschouwd. Ook hier is een kleine ver hoogde opstelling (statief, kist, enz.) aan te bevelen, anders krijgt men ook op de kleine afstanden zeer hinderlijke slagschaduwen. Het Ned. Indische leger heeft de beschikking over een 50-tal acetyleen-gaszoeklichten van 25 c. M. spiegelmiddellijn, welke echter als verouderd moeten worden beschouwd. Gedurende den oorlog werden in Duitschland en ook in Frankrijk de in gebruik zijnde gaszoeklichten door electrische gloeilampzoeklichten ver vangen. Het Duitsche voorschrift behandelt dan ook alleen de gloei lampzoeklichten (33 c. M.). Deze zijn zeer eenvoudig van con structie en worden bediend door 2 man (in noodgevallen zelfs door één man). De stroombron is een accumulator, die het zoek licht in staat stelt ongeveer 2(4 uur te branden. Per bepaald aan tal zoeklichten kan een laadinachine worden ingedeeld. Ook in de beweging zijnde kan met deze apparaten worden geschenen. Het bezwaar van de gaszoeklichten is, dat de bediening veel moeilijker blijkt te zijn dan oogenschijnlijk het geval is. In de eerste plaa:s moet men practisch de juiste verhouding van acety leen- ein zuurstofgas leeren bepalen. Is dit al geen onoverkome lijke moeilijkheid en desnoods aan schrandere Inlanders aan te leeren, de voortdurend noodige controle van de vlam en van de gloeiende pastille, is dit wél. Bovendien komt er binnen korteren of langeren tijd steeds (ondanks alle voorzorgen) water, door het acetyleengas meegevoerd, in den brander, waardoor het zoeklicht onregelmatig gaat branden, verstoppingen ontstaan, enz. Een an der nadeel is, dat de lamp in afwachtingstoestand (met gesloten blind) moet branden, wil men met het licht op tijd komen. Van te voren moet n. 1. de vlam worden geregeld, de pastille op den juisten afstand van den brandermond worden geplaatst, enz. Dit is bij de gloeilampzoeklichten niet het geval. Door eenvoudig in- en uitschakelen kan men het zoeklicht doen branden en dooven. Overigens behoeft men zich voor een te ruinie toepassing van dit soort zoeklichten niet ongerust te maken, daar wij slechts over een 2-tal veldzoeklichten beschikken. 567

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 23