kunnen zij dienen om eigen vaartuigen aan de waarneming te onttrekken. Beide soorten zoeklichten ondersteunen elkaar wederzijds; na het opsporen van een doel moet steeds de zee verder worden af gezocht. c.) Sper r-S cheinwerfer, die een lichtversperring voor de mijnversperringen e. d. leggen. Zij dienen uitsluitend tot dit doel. Ook nadat de vijandelijke schepen door de lichtversper ring zijn heengevaren, blijven de zoeklichten op dezelfde plaats schijnen. In het algemeen worden voor de zoeklichten ad a) en b) zware, voor laatstgenoemde lichte zoeklichten gebruikt (Tegen landings pogingen kan men bovendien nog draagbare zoeklichten bezigen). Haveningangen moeten tegen vijandelijke ondernemingen zeer sterk worden belicht, zoowel met grootere als met kleinere zoek lichten. De zoeklichten krijgen doorgaans een sector te belichten, die niet meer dan 90 graden mag bedragen, terwijl twee nevensec toren elkaar voor een klein gedeelte moeten bedekken. Onrioodig er op te wijzen, dat de zoeklichten elkaar, noch de eigen waarne ming of eigen operaties mogen hinderen. Overigens gelden voor het gebruik der kustzoeklichten dezelfde beginselen als voor de zoeklichten te land. Daar de doelen vertikaal Zjn, is een hooge opstelling niet noodig. Integendeel, hoe lager de opstelling is, hoe beter in het algemeen de belichting. Toch geeft men vaak de voorkeur aan hoogere opstellingen, omdat bij een te lage opstelling de bundel al gauw het wateroppervlak raakt (vooral bij eenige branding), waardoor dan de waarneming wordt bemoeilijkt (lichtnevels). Ter bediening van de zoeklichten zal dikwijls van electrische beweging (z. g. manupilatoren) worden gebruik gemaakt. Ad. 2. Voor deze zoeklichten geldt in het algemeen dezelfde tactiek aio voor zoeklichten tegen luchtdoelen op het vasteland. Aan de kust moet evenwel met verrassende ondernemingen van uit vlieg tuigmoederschepen op betrekkelijk geringe afstanden worden ge rekend. Dientengevolge moeten de maatregelen voor den afweer zeer snel kunnen worden genomen en de luchtdoelen snel kunnen worden opgespoord. Innige samenwerking tusschen afweergeschut en zoeklichten is dus van groot belang. Worden de zoeklichten op voorliggende eilanden opgesteld, dan moeten bij afstanden boven de 6000 M. tusschen de eilanden on- derlir- of tusschen deze en de kust vaartuigen met zoeklichten en bewapend met mitrailleurs worden ingeschoven, 's Nachts worden die vaartuigen verankerd, overdag worden zij naar de kust terug gehaald. Zoeklichten op kleine eilanden moeten in het bijzondei tegen bomaanvallen en geschutvuur worden gedekt. 570

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 26