Resumeerentle zullen dus zoeklichten in een oorlog behalve te gen luchtdoelen vnl. met succes kunnen worden gebezigd: 1. Voor de nabijverdediging. 2. In bijzondere gevallen ook voor beveiliging en afstandsbelichting. 3. Bij de kustverdediging. Vnl. zullen draagbare zoeklichten wórden gebruikt (om de ge dachten te bepalen, geve men een regiment de beschikking over 9 12 zoeklichten), voorts een bescheiden aantal veldzoeklichten en een groot aantal zware zoeklichten, naar de behoefte verdeeld voor de bestrijding van luchtdoelen en voor de kustverdediging. 3. DE INDEELING VAN DE GEWEERMITRAILLEURS BIJ DE INFANTERIE, t) door P. SCHOLTEN. Waar thans de indeeling van de geweermitrailleurs bij de in fanterie op het punt staat een voldongen feit te worden, lijkt het ons gewenscht op enkele bijzonderheden de aandacht te vestigen. Hoewel door Hoofdstuk XI ad. b. van het Wetenschappelijk jaarbericht 1924 van de Indische Krijgskundige Vereeniging eeni- ge ontspanning is ontstaan met betrekking tot het vraagstuk: „Indeeling der geweermitrailleurs bij de Infanterie", zoo wil het ons voorkomen, dat het nog niet de van alle zijden zoozeer ge- wenschte oplossing in 't zicht brengt. Het eenige wat duidelijk is, is dat de thans bestaande sectiën geweermitrailleurs M. 15 worden ingedeeld bij iedere le en 2e brigade der le compagnieën van ieder bataljon. Velen zullen met ons hebben verwacht, dat met de invoering der nieuwe legersamensteliing tevens de hier te lande reeds aan wezige geweermitrailleurs M. 23 over de korpsen zouden zijn gedistribueerd. Edoch, dit blijkt nog in het verschiet te liggen 2) Immers in bedoeld W. J. lezen we op bladzijde 216 3e alinea: „ln verband daarmede worden aan de geweermakersschool proeven genomen, welke eene verkorting van den geweermitrail leur beoogen en hoopt men tot een gewicht van 8.25 Kg. te kunnen geraken." 3) De redactie heeft het ditmaal wenschelijk geacht, door het stellen van eenige noten de aandacht te vestigen op enkele h.i. minder juiste opvattingen van den S. en gegevens te verschaffen, welke den lezer het vormen van een oordeel ten aanzien van eenige punten vergemakkelijken. 2) Volgens blz. 215 Bl, le al. worden de G. Ms. M. 23 al dadelijk over de brigades verdeeld. 3) Deze proeven brengen geen vertraging in de invoering van de G. Ms. Medegedeeld kan worden, dat de oroeven geslaagd zijn en dat de vervanging van de bij de korpsen aanwezige G. Ms. door Kar. Ms. gelei delijk—maar toch binnen vrij beperkten tijd zal plaats vinden. 571

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 27