4 handlangers (munitieaanvoer) bewapend met karabijn en 100 patronen en medevoerende ieder 200 patronen in houders. Bij de invoering daarvan zou dus de bediening van de geweer- mitrailleurgroep der brigade uit minstens 7 personen bestaan. Doch op bladz. 9 van het W. J. heet het weer: „De praktijk zal nog moeten uitmaken, hoe kader en manschap pen der brigades over beide groepen zullen worden verdeeld". Wij hebben eenige bezwaren. Ten eerste volgt uit het boven staande alleen, dat de patronen zullen worden medegevoerd in houders, maar hoe die houders op hunne wijze weer worden verpakt ligt nog in het duister. Iu) Ten tweede hebben wij bedenking tegen de vier handlangers, omdat tegen opeenhooping van menschen nabij den geweermitrailleur moet worden gewaakt en boven dien die handlangers het onderkennen van het wapen door den v ij a n d in de hand werken en dit is juist hetgeen men op allerlei manieren moet tegengaan n. 1. dat de geweermitrailleur- groep zich ook maar op eenigerlei wijze onderscheidt van de ge- weergroep. Ook wordt, behalve dat voor direct gebruik 1300 patronen in houders beschikbaar zijn, niet bekend gesteld hoe de verdere muni tie-aanvoer zal plaats hebben. I2) De later volgende zinsnede: „De schutter gebruikt zijn patronen in uitersten nood," is ons niet duidelijk. In welken zin dient dit te worden opgevat? Wordt daarmede bedoeld, dat die 100, door den schutter persoonlijk mede te voeren patronen, pas worden aangesproken, nadat de door helpers en handlangers medege voerde munitie is verschoten '3) Ook zouden we, waar de schrijver zegt: „Hoe men zich het vervoer van den geweermitrailleur na de ontplooiing ook denkt (paardentractie uitgesloten), de ransels van de geweermitrailleur- bediening zullen wel nooit door den man zelf vervoerd kunnen worden. Een treinkar met 2 paarden per compagnie is voor dat ver voer voldoende", gaarne worden ingelicht, hoe per compagnie 9X7 ransels of een gewicht van 570 Kg. op n treinkar ver voerd kan worden (maximum belasting 300 Kg.) I4) 10) Deze kwestie is in studie; de oplossing zal wel niet lang op zich laten wachten. Juist, en daarom zou het ook verkeerd zijn, wanneer de handlangers zich niet verspreidden. Zij zijn in de onmiddellijke nabijheid van de G.M. niet noodig, l2) Daarvoor zijn juist de handlangers. ,3) Daarmede wordt bedoeld: wanneer de munitie-aanvoer, om welke reden dan ook, stop staat, de munitie van helpers en handlangers ver schoten of niet bij de hand is en nochtans de omstandigheden van het oogenblik eischen, dat wordt gevuurd (b. v. voor zelfverdediging). 14) De G. M.-bediening draagt bij zich eetketel met toebehooren, mes, lepel, vork en rantsoen. Alsdan blijft voor het gewicht van den ransel over 3,72 K.G.; 63 X 3,72 K G. 234 K.G. 574

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 30