als in zijn tijd Willem de Veroveraar. Van de grootscheeps opge
zette onderneming kwarn niets terecht, de Holiandsche schepen
keerden naar het vaderland terug en de jonge Nieuwland werd als
vlaggejonker ingedeeld bij de Holiandsche, na de inlijving van
.Nederland in 1810 bij de Fransche marine. Aan den admiraal de
Winter was de droeve taak opgedragen om op het admiraalschip
in 't Y de vlag te verwisselen, toen het dekreet van de inlijving
was afgekondigd. Hij wilde spreken tot het scheepsvolk, dat in
het want stond, doch de woorden stikten hem in de keel en hij
brak zijne nauwlijks aangevangen redevoering af met het zeggen:
,Jor.gens, kom, het is niet andersleve de keizer!""
Bij het herstel van de Oranje-dynastie ging Nieuwland uit den
zeedienst over bij de landmacht, en bekwam eene aanstelling als
tweede luitenant van de artillerie op den leeftijd van 18 jaar.
(Hij was op 30 Jan. 1795 geboren). Ongeveer vijf jaren bleef hij
in verschillende garnizoenen den nieuwen koning van Nederland
dienen, en werd gedurende dien tijd tot eersten luitenant bevorderd.
In 1818 ging hij over bij het 0.1. leger. Een zijner superieuren had
hem daarvan monts et merveilles beloofd; daarbij was
zijne zuster destijds verloofd met een voor Indië bestemd opper-
officiér en hoopte hij ginds in hare nabijheid te zullen blijven.
Maar deze verloving werd afgebroken en zij trad later in het
huwelijk met den resident van Soerabaja, baron de Salis, die te
Batavia als lid van den Raad van Indië overleed.
Zijn uitreis was niet voorspoedig, want het detachement supple-
tietroepen onder zijn komtnando, ongeveer 50 man, bestond groo-
tendeels uit Fransche deserteurs, en 't was een volkje van n i
D i e u n i m a i t r e. De koers van het schip beviel hun niet; een
rsostinjereis om de Kaap duurde lang en zes jaren militaire dienst
in eene vreemde kolonie achtten zij zoo goed, of liever zoo slecht
als zes jaren deportatie. Brazilië was destijds het dorado voor
Europeesche fortuinzoekers, en toen het schip nu onder de kust
van dat land kwam, besloot een deel van deze c i-d e v a n t deser
teurs om nog eens te deserteeren, om zich van het vaartuig meester
te maken en er mee naar Rio de Janeiro te stevenen. Hun aanvoer
der, zekere Jean Roux, was iemand die met Napoleon in Egypte
was geweest, van eene herkulische gestalte, met koolzwart haar,
een zwaren baard en vonkelende oogen, groot raisonneur en
„mattre d'armesGelukkig bestond er eene tegenpartij in het
soldatenlogies, maar het komplot was toch reeds tot een begin
van uitbarsting gekomen. Eene hevige vechtpartij op het mes tus-
schen beide partijen waarschuwde de opvarenden, en met behulp
van deze laatsten kreeg men de muiters in de boeien. Nieuwland
zelf was bij deze actie niet achtergebleven, ofschoon zijn eenig
wapen in een ongeladen pistool bestond. Volkomen kalm, eer,
type van den flegmatieken Hollandschen M ij n h e e r, had de
scheepskapitein Sipkes de worsteling op het dek aanschouwd. Hij
547