dediging eischt, zijn eigen zeemacht die het zelf ontwerpt, zelf beheert, met eigen personeel voorziet en zelf betaalt! Moge de nieuw optredende regeering dat perspectief ook aldus inzien! Marin. TEGEN DEN CHEM1SCHEN OORLOG. De correspondent van de N. R. Ct. te Genève schrijft aan zijn blad: „Het protocol betreffende den chemischen en bacteriologischen oorlog, door 28 staten te Genève onderteekend, heeft den volgenden inhoud: „De ondergeteekende gevolmachtigdenoverwegende, dat het gebruik in den oorlog van verstikkende, giftige of dergelijke gassen, evenals van alle soortgelijke vloeistoffen, stoffen of procédés, terecht door de algemeene meening der beschaafde wereld veroordeeld is; overwegende, dat het verbod van dit gebruik is tot uitdrukking gebracht in verdragen, waartoe de meerderheid der mogendheden van de wereld zijn toegetreden wenschende, dat dit verbod universeel zal worden aanvaard als deel van het Volkenrecht, gelijkelijk bindend het geweten en de praktijk der volkeren, verklaren, in naam hunner regeeringen Dat de hooge verdragsluitende partijen, voor zooverre zij niet reeds partijen zijn bij verdragen, die zulk gebruik verbieden, dit verbod erken nen, overeenkomen, dat dit verbod wordt uitgebreid tot het gebruik van bacteriologische methoden van oorlogvoering, en overeenkomen zich te beschouwen als onder elkander gebonden aan de bepalingen van deze verklaring. De hooge verdragsluitende partijen zullen al het mogelijke doen, om de andere Staten ertoe te bewegen tot dit protocol eveneens toe te treden". De rest van het protocol bepaalt dat het protocol zoo spoedig mogelijk zal geratificeerd worden en dat de ratificaties zullen gezonden worden aan de Fransche regeering. Het protocol zal voor iederen staat in werking treden van het oogenblik af, waarop zijn ratificatie bij de Fransche re geering zal zijn gedeponeerd. Van dat oogenblik af zal die mogendheid gebonden zijn tegenover de andere mogendheden, die eveneens reeds de ratificatie hebben voltooid. Het tot stand komen van dit protocol is weder een nieuw bewijs, hoe vruchtdragend de atmosfeer van Genève is. Amerika begon met voor te stellen, dat de conferentie verbieden zou den handel in giftige gassen. Bij de behandeling van dit voorstel kwam Duitschland toen verklaren, dat dit land bereid is een conventie te onderteekenen, waarbij de chemische oorlog geheel en zonder eenig voorbehoud verboden wordt. De militaire technische commissie legde toen aan de algemeene commissie een motie voor, waarin dewensch naar een conferentie voor dit doel werd neergelegd. Ame rika gaf toen in overweging nog een stap verder te gaan en terstond reeds, hier te Genève, een protocol met algeheel verbod van den chemischen oorlog (later op voorstel van Polen nog uitgebreid met een verbodsbepaling ook van den bacteriologischen oorlog) te onderteekenen. Aldus geschiedde. Als nu de regeeringen thuis maar niet weer klagen gaan over die onverhoed- sche besluiten, die men te Genève neemt, zooals ook het vredesprotocol van September immers ineen roes van geestdrift heet te zijn bedacht! Wat de beteekenis van dit protocol betreft, indien het geratificeerd wordt door al die Staten, die het thans zoo geestdriftig hebben aangenomen, zij het volgende opgemerkt. Eén gedelegeerde ter conferentie had den moed eerlijk te verklaren, dat hij de voldoening van zijn collega's over het be sluit niet kon deelen. Het was de bekende Noor Lange, de secretaris-ge neraal der Interparlementaire Unie, die ook bij deze gelegenheid niet naliet voor zijn konsekwent-pacifistische overtuiging te getuigen. Lange verdedig de destelling, dat het onmogelijk is den oorlog te reglementeeren. 593

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 49