moeder, madame Bernadotte, meende Nieuwland over de staat
kundige beteeker.is van Nederland te complimenteeren, en over
die van zijne koloniën, zeggende:
„Et puis vous avez encore la Nouvelle Hollande".
„Ce sont les Hollandais, madame, qui l'ont découvert, mais les.
Anglais en sont possesseurs
„Ah, oui, les Anglais! lis prennent tout".
Nieuwland bracht van deze zending de ridderorde van het
Zwaard mee; in 1849 was hij in Nederland terug. Zijn verloftijd
liep ten einde; het was in deze periode dat hij werd toegevoegd
aan den nieuwbenoemden legerkommandant, l'o g r e S a x o i s,
gelijk men in België den zwaargebouwden hertog van Saksen
Weimar Eisenach placht te noemen. Een half jaar na zijn teiug-
komst in lndië werd Nieuwland voorgedragen tot den rang van
generaal-majoor (hij was nog altijd titulair) en die vooidracht
gin» ook in zee, doch werd gekruist door eene aanschiijving van
den& minister van koloniën om den jongeren generaal-majoor De
Stuers, destijds in Holland, naar Java uit te zenden. Hij zou daar
als tweede legerkommandant optreden, om te eeniger tijd den
hertog in het kommando op te volgen. Willem 11 was nu gestoiven
en de nieuwe koning zag in de meerdere anciënniteit van Nieuw
land geen bezwaar; 't gold hier eene bevordering bij keuze. De
ministerieele aanschrijving was „geheim"; ze mocht niet in de
bureaux komen. Ook kwam ze Nieuwland zelf niet onder oogen,
zijn chef deed de zaak buiten hem af. De hertog sprong voor hem in
de bres; hij schreef den minister dat voor het legerkommando
Nieuwland, als zijn opvolger, de aangewezen persoon en de meest
rechthebbende was; voorts dat, indien Z. M. bij de benoeming van
DeStuers mocht blijven, er voor Nieuwland geen andere uitweg zou
zijn dan een terugkeer naar 't vaderland. En ditmaal voor goed.
'Het voornemen om generaal De Stuers uit te zenden werd nu
voorloopig opgeschort, doch Willem 111 wilde de inmiddels aange
komen voordracht om Nieuwland's generaalstitel van titulaii in
effectief te veranderen vooreerst nog niet goedkeuren. Die pro
motie werd „in advies" gehouden. Een privé schrijven van den
minister aan den hertog luidde o. a.: „Le général-major de Stuers
ne retournera pas sitöt et ne nuira en aucune manière a 1 officier
distingué, dont Vötre Altesse a signalé les mérites". Daarmee moest
men voor 't oogenblik zich tevreden stellen.
lntusschen werd Nieuwland aangewezen om als civiel en mili
tair regeeringscommissaris naar Borneo te gaan, waar de Chi-
neesche kongsies weder aan 't muiten waren geslagen. De land
voogd J. J. Rochussen wilde hem in de kwaliteit van „vredebode
derwaarts zenden, waarop de betrokkene verzocht hem
liever een half bataillon soldaten mee te geven dan vre
depalmen en proclamaties. Dit mandaat werd echter weei
ingetrokken toen de resident van Borneo's Westkust berichtte,
550