Gij kunt een tijger niet humaniseeren, maar wel hem dooden. Zoo is het ook met den oorlog. Indien een oorlog eenmaal is uitgebroken, kan men niet het gebruik van de afschuwelijkste middelen beletten. W ij moeten ons niet de vraag stellen, hoe den oorlog humaner te maken, doch hoe hem ai te schaffen" Met het oog hierop verklaarde Lange zich van stemming te zullen onthouden. Het was hem onmogelijk zijn stem ten gunste van het protocol uit te brengen. Paul Boncour ging niet zoover, doch de Fransche gedelegeerde erkende, dat Lange's scepticisme n:et geheel ongegrond is. Ook naar Boncour's meening moet de hoofdtaak zijnden oorlog zelf aan te vallen en te bestrijden- Alleen indien een aanvalzuchtige staat de zekerheid heeft alle staten tegen zich te zullen vinden voor de verdediging van den aangevallene, zal het behoud van den vrede gewaarborgd zijn en zullen aan de menschheid de verschrikkingen van den chemischen en bacteriologi- schen oorlog stellig worden bespaard Als nu de regeeringen thuis maar niet weer klagen gaan Wii' kunnen ons de verzuchting van den correspondent voorstellen; toch mag hij niet vergeten, dat de regeeringen ten slotte de verantwoordelijkheid dragen wanneer zij medewerken tot de ratificatie en dat de sfeer, waarin zij de zaken overwegen, noodwendig een andere is dan die, welke geluk kig Genève kenmerkt.) 9. ORGAAN N. I. O- V. AUGUSTUS-NUMMER. Voor de afdeeling Weltevreden hield kapitein F. C.A. Schulte eene voor dracht over het onderwijs aan de K. M. A. in verbard met het academisch statuut Het verslag dier voordracht, in dit nummer opgenomen, stelt ons weder voor de vele vraagstukken, welke in de laatste jaren, in verband met plannen tot hervorming van het onderwijs aan de K. M. A., aan de orde zijn gekomen endoor commissies en daarbuiten staande terzake kundigen amoel zijn besproken. Het lijkt ons uitgesloten, dat de weg, wefke ten slotte zal'worden ingeslagen uiteraard op den grondslag van een compromis algemeen als de voor dit oogenblik juiste zal worden erkend. Daarvoor zijn de standpunten te uiteenloopend. Herinneren wij slechts aan hetgeen een Gouverneur van de K. M. A. eens tot de verzamelde leeraren ongeveer zeide: „Generaalnoemde zich Gouverneur van de Koninklijke Militaire ACADEMIE; Generaal was er trotsch op, te staan aan het hoofd van de KONINKLIJKE. mh'itaIrf demie- maar ik, Mijne Heeren, zeg U, dit is de Koninklijke MILITAIRE Academie* en ik wensch, dat Gij daarnaar handelt. Over De film in dienst van het militair onderricht schrijft de heer van der "Beek. Aan sommige van des schrijvers wenschen zou reeds aan stonds gevolg gegeven kunnen worden zonder uitgaven van eenige be- teekenis Wij vragen ons intusschen af, of er wel voldoende naar is en wordt gestreefd, om den menschen datgene te toonen, wat mogelijkis zelfs zonder behulp van het phototoestel, doch eenvoudig door gebruik te maken van de oefeningen, welke worden gehouden; worden schietoefe ningen van de artillerie ooit door infanterie bijgewoond? Zijn er niet meer infanterieofficieren, die nog nimmer een kanon met scherp zagen vuren, ^He^numrner geeft verder den inhoud van redevoeringen, uitgesproken door generaal Tonnet (over „Het leger en de maatschappij") en door nrof Francois (over „Het ontwapeningsvraagstuk Van de hand van J. Vogler „Nogmaals een beschouwing^over het:due schrijver behandelt zijn onderwerp met bezieling en blijkt „pro te zijn, wii gelooven niet, dat zijn betoog velen zal bevredigen. Verder bevat het tijdschrift de gewone rubrieken. M. ts. 594

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 50