Ons geval is dat van een eilandenrijk, gelegen in het storm- centrum van een Pacific-conflict. Een eilandenrijk met, als gevolg van zijn ligging en geografische gesteldheid, punten aan den wal, welke voor een scheepsmacht, die in deze wateren ver van eigen basis wil opereeren, van onschatbaie waaide zijn bij het voeren van zijn actie; voorts zijn er punten in gelegen sommige zeer blootgesteld welke uithoofde van de daai aan wezige voorraden voor de oorlogvoering van overheerschende beteekenis kunnen zijn. Dit zijn tezamen de enkele, met den vinger aan te wijzen, „c r i t i e k e" p u n t e n, welke een belligerent waard kunnen zijn, zich een oorlog met ons op den hals te halen. Het veilig stellen van alle punten in den archipel zou alleen mogelijk zijn met een vloot, zoo machtig, dat deze de geschie denis der laatste jaren is er om het te bewijzen ten eenenmale buiten ons bereik ligt. Maar wèl ligt het in ons vermogen, den tegenstander de inbezitneming van de voornaamste punten, i. c. de „critieke" punten, te betwisten. Het is voor ons dan ook primaire neutraliteitsplicht, ons af werend vermogen ten aanzien van die punten tot een maximum op te voeren. Dit stelsel'van directe neutraliteitshandhaving werkt voor ons het krachtigst preventief. Een groot voordeel ervan spreekt nog uit het volgende. Het bezit van onze „critieke" punten beteekent voor een belli gerent een geweldigen voorsprong. Het zal^ zijn „seapowei in een zoodanige mate kunnen versterken, dat zijn relatieve verzwak- king als gevolg van hot feit dat onze onder alle omstandigheden zoo& zwakke vloot zich tegen hem zal keeren daarbij in het niet zal zinken. Zoo ergens dan geldt hier: „possession is nine points Daarom is ook de redeneering verkeerd van hen, die allen na druk óp de zeemacht mochten leggen en de landmacht,als quan- tité négligeable ter zijde schuiven op grond hiervan, dat wij, zoo wij door een geval van schending in oorlog geraken, de kansen op een gunstige eindbeslissing ook over ons lot het meest doen stijgen, door ons met een zoo krachtig mogelijke vloot te scharen aan de zijde .van hem, die dan ipso facto onze bondgenoot zal zijn. Deze redeneering verwaarloost ten eerste onze primaire neu traliteitsplicht en berust voorts op een onjuist inzicht in de waarde van onze „critieke" punten voor een of meer belli ge- renten, Wij zullen n. 1. onzen ons al of niet opgedrongen - bondgenoot geen belangrijker dienst kunnen bewijzen dan aan onzen tegenstander het bezit van die „critieke" punten te ontzeg- gen. Hiermede is het stelsel van indirecte handhaving der neutraliteit, met een vloot als practisch den eenigen machtsfactor, voor onzen archipel veroordeeld. 620

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 12