de bogen voorstellen. Zoolang echter de afwijkingen niet te groot zijn om gedachten te bepalen kleiner dan 3ü u/00 mogen ze worden gelijk gesteld. Een andere bron van onnauwkeurigheid is de volgende. Door het verschil in afstand, waarop de schoten 1, 2 enz. worden afge geven, en door de lengtespreiding, heeft de uitzetting der waar nemingen als het ware steeds op een andere schaal plaats. Zoo lang de onderlinge afstand der spn in de lengte een bedrag van 10 van de dracht niet overschrijdt, blijft de methode echter bruik baar. Bij voorkeur wordt dus de insluiting voortgezet tot hoogstens !0 u/00, terwijl men groote afwijkingen wel uitzet, doch niet als grondslag neemt voor een definitieve correctie-berekening. In zo, geval brenge de vuurleider de richtlijn dichter bij het doel en trachte door afstandswijziging gunstiger waarnemingen te verkrijgen. Ten slotte is het altijd aan te bevelen, door een laatste schot de juiste richting te contröleeren; de verbindingslijn moet dan nl. door D gaan. Een beschouwing van fig. 7 en 8 waarbij de batterij tusschen de beide waarnemingsposten ligt, doet zien, dat de ligging van het punt P, Q enz. rechts of links van de verticale as MN altijd overeenkomt met een rechtsche of linksche baan. Verder wordt het snijpunt altijd tusschen de twee assen gevonden, indien men de afwijkingen uitzet in den zin, waarin ze zijn waargenomen en waardoor dus als het ware automatisch van één dezer de coör dinaten van teeken zijn veranderd. In het geval de beide posten zich aan dezelfde zijde der batterij bevinden (fig. 9 en 10), is het noodig om van een der posten bij het uitzetten, den zin der waarneming om te draaien, wil men tenminste het snijpunt tusschen de assen krijgen. Het is dan altijd voordeelig dit te doen voor den buitensten post, daar dan het R. of L. vallen van het snijpunt in de grafiek weer een maatstaf is voor het R. of L. liggen der baan. Waar het er verder niet toe doet of de spn S, enz. in hoogte verschillen want eigenlijk gaat het om het grafisch voorstellen der projecties van de verbindingslijnen volgt daaruit, dat de methode zoowel met T- als met S-projectielen kan worden toege past. 634

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 26