zijn doordringen in den Archipel zoo lang mogelijk vertragen;
hem beletten, met een geringe macht zijn heerschappij in de
Indische wateren te vestigen;
zijn transportvloot naar vermogen verliezen toebrengen;
zijn verbindingen bedreigen.
In het kort, de vloot zou in den Archipel naar haar vermogen
te water aan de verdediging medewerken. Van heerschappij
ter zee (zij heit in beperkten zin) geen sprake meer. De Interde
partementale Commissie, uitgaande van West-Java als be
langrijkste object voor den vijand, koos het steunpunt Tan-
djong-Priok voor de hoofdmacht van haar vloot en projecteerde
een stelsel van verkenningen, waarbij de toegangen tot de Java-
zee werden bewaakt; zij legde zich, bij de middelen waarover zij
beschikte, een wijze beperking op, daarmede tevens te kennen
gevende, dat alles buiten de verkenningszone aanvankelijk buiten
de bemoeienis harer vloot moest blijven, wilde zij West-java niet
bloot geven.
Het behoeft wel geen nader betoog, dat in zulk een stelsel voor
het leger een zeer belangrijke taak te vervullen bleef. Nadat de
vloot naar haar vermogen 's vijands opmarsch zou heb
ben vertraagd en zijn actie zou hebben benadeeld, zou immers
aan het leger de verdediging van het hoofdeiland ten deel vallen.
De Defensie-commissie, die deze kwestie nader onder de oogen
zag, kwam dan ook tot de slotsom, dat zij het voor de verdediging-
van Nederlandsch-lndië noodzakelijk achtte, dat, boven en behalve
de bezettingen der vlootsteunpunten, op Java werd beschikt over
een modern uitgerust, met offensieven geest bezield mobiel leger.
Wanneer het er dus op aan zou komen om metterdaad „met
klem Nederlands rechten en belangen te beschermen", zou het
aandeel van de vloot daarbij slechts in zooverre primair kunnen
heeten, dat zij het eerst den vijand zou ontmoeten.
Daarbij zou zij waardevolle successen kunnen behalen, welke
het leger bij de eigenlijke verdediging, welke te land zou worden-
gevoerd, zeer te stade zouden komen. Doch, en het is van belang
daarop hier uitdrukkelijk de aandacht te vestigen, wanneer zij
successen boekte, zou dit voor een voornaam deel daaraan te
danken zijn, dat de aanwezigheid van een modern georganiseerd
leger op Java den vijand zou nopen tot den overvoer van troepen
op groote schaal. Het is juist de aanwezigheid van transportsche
pen, welke de goede kansen voor onze duikbootvloót zoozeer ver
meerdert. Het tijdig krijgen van contact met den vijand zal immers
goeddeels zijn te danken aan de geringe snelheid, welke die
transportschepen kunnen ontwikkelen.
Wij aarzelen dan ook niet, de plaats van de vloot in het stelsel
van de vlootwet 1922 secundair te noemen, die van het leger
primair.
Van beperking van het leger werd in verband met dit ontwerp
612