661
In „Military notes on foreign armies" vinden we gegevens over de ver
mindering van het aantal divisies in het Japansche leger.
Mitteilungen. Juli/August. 1925. Heinz Zatschek zet in „Moltke oder
Schlieffen?" uiteen dat v. Moltke niet een slecht uitvoerder is geweest
van Schlieffensche plannen, maar dat v. Molkte altijd van eèn geheel ander
operatieplan is uitgegaan.
Stukken uit de Oostenrijksche krijgsgeschiedenis vindt men in „Die
zweite Einschlieszung der Festung Przemysl" en in „Dolomitenkampfe."
Voorts verschijnt „Taktikaufgabe No. 2" voor een Oostenr. gemengde
Brigade.
Oberst Kubin schrijft „Gedanken über die Notwendigkeit der Kavallerie"
voor het Oostenrijksche leger).
Het Oostenr. leger kent evenmin als het onze legercavalerie en beschikt
over 6 eskadrons.
Uit „Der nachste grosze Krieg," een vertaling uit het Engelsch, halen we
de volgende merkwaardige passage aan.
„Die Infanterie von heute ist jenen Brigantentypen der Bühne nicht unahn-
lich, denen Waffen aller Muster und Arten aus Warns und Gürtel ragen.
Ihrer Hauptwaffe, dem Gewehr und Bajonett, ist das leichte Selbstladege-
wehr, das Maschinengewehr, die Hand-und Gewehrgranate, die Explosiv-
und Rauchgranate, der leichte Mörser und in einigen Armeen auch das
Begleitgeschütz beigefügt worden. 1st eine Ausrüstung mit so vielen und
verschiedenen Waffen wirklich ratsam und nützlich? en verder op:
So wichtig das Feuer auch ist, om das Vorwartskommen zu ermöglichen,
so ruht die Entscheidung doch einzig nur in der Vorwartsbewegung Am
Schlachtfelde sind die Beine des Infanteristen so wesentlich wie seine
Arme. Wir dürfen darum die Waffen des Infanteristen nicht noch vermeh-
ren, weil dies die Infanterie dahin bringen könnte, sich miteinerBeschies-
zungdes Gegners aus mehr oder weniger stationaren Stellungen zufrieden-
zugeben.''
„Das leichte automatische Gewehr erfordert seines hohen Munitionsbe-
darfes wegen minoestens drei bis vier Mann zu seiner Bedienung Die sich
hieraus ergebende verminderte Reweglichkeit zwingt die Frage auf, ob nicht
ein Schwarm gutgeschulter Schützen vorzuziehen ware? Eine Gewichtsver-
minderung, die das automatische Gewehr handlicher gestalten wü de, ware
ein möglicher Schritt in seiner weiteren Entwicklung. Es würde aber selbst
diese Verbesserung seine Einfiihrung als allgt meine Infanteriewaffe des aus-
zerordentlich groszen Munitionsaufwandes wegen nicht rechtfertigen."
(vetdruk van ons. Bk.).
Vergelijkt men deze beweringen met de thans algemeen geldende opvat
tingen, dan kan men den schrijver zeker geen gebrek aan originaliteit ver
wijten.
Voorts vestigen we de aandacht op „Militarwissenschaftliche Rundschau."
Revue d'artillerie. 15 Juillet 1925. Een belangrijk artikel is „La liaison"
door lieutenant-colontl Leroy. Nog altijd is „la liaison" (niet te verwar
ren met: les transmissions) een tot vele open vragen leidend begrip.
In dit eerste gedeelte bouwt de schrijver het ontstaan van dit vraagstuk
op en speurt het in al zijn geledingen na aan de hand van de Fr. regle
menten zoowel van vöör als van na den oorlog.
Hij onderscheidt: la liaison de doctrine, la liaison de procédés, la
liaison de mission, de pensée' en „des ordres Natuurlijk vindt de moei
lijkste liaison, die tusschen infanterie en artillerie, een ruime plaats in zijn
beschouwingen. Zoo toont hij duidelijk de gebreken aan van de methode
van de vuurwals en van die der opvolgende aanvalsdoelen.
Generaal Challeat behandelt in „Note sur le transport de tir, coté pièce,
etc." een der vele vraagstukken der vuuroverbrenging.
Chef d'escadron L. Camps geeft een studie over „Établissement des
tables graphiques".
