665 Regiment infanterie ingedeelde „compagnie de renseignements.'' Hierbij behoort ook de bediening van een waarnemingspost met schaarkijker. Bovendien heeft ieder bataljon nog een „section de renseignements". De compagnie beschikt o.a. over 12 K.M. telefoonkabel, 4 toestellen en 1 centrale. Het relaas betreft oefeningen op het gebied van den bewegingsoorlog. Voorts treffen we aan het slot van: „Une légende. La failiite de la fortification permanente pendant la guerre". Dit slot behandelt de vraag of de vesting Antwerpen aan haar doel heeft beantwoord. Schrijver zegt daarvan Anvers a joué son róle moins brillamment, moins pleinement que Liége. Sa resistance aurait pu et dü se prolonger, permettant ainsi un secours qui aurait maintenu a Anvers même, la gauche du front Allié. Mais telle qu'elle s'est manifestée, elle a été pour beaucoup quoique d'une manière indirecte dans le rétablissement qui, commencé surl'Ourcq, s'est achevé sur l'Yser." Opvallend in dit artikel is nog de volgende bewering van den schrijver uit het gedeelte waarin hij de maatregelen beschrijft, welke de Duitschers namen in de door hen vermees'erde permanente versterkingen: „Les Allemands, qui sont gens de prévoyance extraordinaire, avaient organise de toutes pièces, aux abord.s d'Anvers, une importante position bétonnée face a Ia Hollande''. La Revue d'Infanterie. Juillet 1925. Colonel Lemoine schrijft over: ..L'enseignement du combat dans les petites unités d'infanterie". Hierin vindt men een uitvoerige indeeling van de oefenstof, gebaseerd op de Fr. inzichten en voorschriften terwijl zorgvuldig rekening is gehouden met den beschikbaren oefeningstijd. Van „Ce que tout officier doit savoir de l'artilierie" geeft dit nummer weer een vervolg, waarin behandeld wor den „L'appui de l'infanterie par l'artilierie" en in het bijzonder de daar bij aan de artillerie toevallende taken alsmede haar groepeering voor het uitvoeren daarvan. Ook wordt het materieel besproken, dat noodig zou zijn voor artillerie d'accompagnement en artillerie d'appui direct. Een ander belangrijk artikel is: „La petite unité d'infanterie dans l'of- fensive"van capitaine le Brigant, waarin de wordingsgeschiedenis van de tegenwoordige organisatie der Fransche infanterie gedurende den oorlog wordt uiteengezet. In „L'éducation physique dans l'armée" worden het Zweedsche en het Fransche stelsel vergeleken. De hoofdbeginselen van beide methoden worden categorisch naa t elkaar gesteld. The cavalry Journal. July 1925. In dit nummer wordt generaal J. H. Wil son, één der grootste cavalerie-aanvoeröers uit den Burgeroorlog, die 23 Febr. 1925 overleed, herdacht. Uit het gegeven overzicht van zijn optreden in dien oorlog blijkt inderdaad dat hij een groot chef is geweest. Zeer interessant is ook het artikel: „Two great captains: Jenghiz Khan and Subutai; a lesson in strategy" door captain R.F. Liddell Hart Terecht zegt de schrijver: „The study may serve to show that the strategical ability of these two leaders is matched in history only by that of Napoleon; that the tactical methods of the Mongol Army hold lessons of importance for presentday students and finally, it may convince us that we do wrong to dismiss lightly the military potentialities of the Orient." Uit de lessen welke hij uit dit vergeten stuk krijgsgeschiedenis trekt, vermelden we het volgende „What is the value of this fragment of history to us, and what are its practical lessons? In the first place, it dissipates the illusion that Europe alone is the home of military genius. The Japanese have reminded us that courageous and disciplined fighting troops can come from the Orient, but the Mongol campaigns reveal to us that Asia has also produ ced consummate military leaders who in strategical ability may vie with

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 57