wii za^en - in den strijd betrokken zou kunnen worden De opvatting werd dan ook niet nader toegehch me verdedigd Men kan aanvoeren, dat dit ook niet op den weg Tan dan MiSer van Marine lag- Maar wal op dan wag van de Regeering. Zooals in 1912 door de Staatscommissie, m 1921 door de Defensie-commissie ampel de taak en de samen.te g van landniacht en zeemacht in een stelsel van defens.e z.jrover wogen had dit daarna èn in 1923 èn in 1924 moeten geschieden. Dafhad vertrouwen gegeven. De verwaarlozingvan den factor landmacht was een zoo in het oog springende 'eemte dat daar door de schijn werd gewekt van het bestaan van een streven naar het tot stand brengen van de voorgestelde vloot a tout prix, zelfs ten koste van de harmonische verhouding tusschen de beide hoofddeelen der weermacht. De Kamer verwierp de wet met 50 tegen 49 stemmen. 111. Het ontwerp-vlootwet 1925. De vlootwet 1924 voorzag in den aanbouw van de „eerste helft" van de vloot van de Interdepartementale Commissie bin nen zes jaar; zij bedoelde voorts, de voor de vloot dooi diezelfde commissie onmisbaar geachte steunpunten tot stand te ^re"Se' Tandjong Priok. Soerabaja en een punt in den Piouw-Archipe De vlootwet 1925 gaf dezelfde vloot, maar in acht aar, e maakte haar geheel los van de „tweede helft" van de vloot c ei Interdepartementale Commissie. De „eerste helft" stond dus thans op zich zelf. Aan den toekomstigen begrotingswetgever bleef de volle vrijheid om later te beslissen, zooals hij wilde.' Van de vroegere drie steunpunten bleef alleen Soerabaja over. De Regeering achtte dit gemotiveerd door de gewijzigde doel stelling, beter het gradueel verschil in doelstelling, zooals de Re- geeringsgemachtigde toelichtte. Zij erkende dat het tot de mogelijkheden zal behooren dat de neutraliteitsschender pogingen zal doen tot het inrichten van hulpsteunpunten en tot in beslagneming van voorraden. Doch, terwijl vroeger d. i. in 1922 het ergste geval van neu- traliteitss'chending als maatstaf diende bij de vaststelling van dc samenstelling van de vloot, had zij thans het waar s c h ij n- 1 ij k s te'geval overwogen, waarop de beveiliging in elk geval moest zijn gebaseerd. Zij was tot de slotsom gekomen, dat de grondslag diende te zijn: het tegengaan van neutra li- te itsschendingen en hierop gerichte opeia- ties, zoo als deze kunnen worden onderno men door lichte strijdkrachten, die al ot niet door hoogstens enkele transportsche pen worden vergezeld. Dit was de nieuwe doelstelling. 617

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 9