aanval door het vuur van alle wapens reeds vöör de stelling te breken (stormvrijheid). Binnengedrongen afdeelingen moeten voor zoover zij nog niet door het flankeerende vuur ot door tegenstooten van de bezetting der nesten en steunpunten teruggedreven zijn, Hnnr de vakreserves uit de stelling worden geworpen. De algemeene reserve moet op de gunstigste plaats vooi te vei- richten van den tegenaanval worden opgesteld. Het Feldbefestigungsvorschrift (deel 1) geeft aan, dat ce vei kennino- van een verdedigingsstelling met de meeste zorg moet o-eschieden, waarbij ook van 's vijands zijde de stelling in oogen- schouw moet worden genomen. Voor de keuze van de plaats der aan te leggen werkjes in voorste lijn creldt als beginsel, dat uitwerking gaat boven de mogelijkheid om Ln aan aard- en luchtwaarneming te onttrekken. S c h ii n w e r k j e s moeten zoo aangelegd worden, dat cle tegenpartij ze niet als zoodanig onderkent. Zij mogen zich echter niet dicht in de nabijheid van belangrijke andere werken bevind5"' Bij voldoenden tijd en beschikbare krachten kan men ook ^h'l onstellingen buiten de eigenlijke verded.gmgszone maken. In slechts z&wak bezette voorstellingen kan nten dikwijls door oor deelkunde aangelegde schijnwerkjes den vijand een geheel ver keerd beeld aangaande de sterkte,dezer voorstelling verschaffen. Van zeer veel gewicht is de inrichting van het terrein er v betering van de eigen vuuruitwerking. De Infanterie heeft in h t algemeen slechts een schootsveld voor kleine en middelbare af standen noodig. De werkjes zijn dan bovendien gemakkelijker te- cren aardwaarneming te dekken. Gevec hts dekkingen vo o r I n f an t e r e w O r d n als regel niet grooter gemaakt dan voor 1 g 0 w 6 c r- of l.m. groep. De zware mitrailleurs vormen de ruggegraat van de gebeele stellino-. Zij vuren uit ongedekte opstellingen (mitrailleuinesten), die oneenvoudige wijze worden gemaskeerd. Voor de bediem g manschappen, de munitie, enz. worden kleine schuilplaatsen ge maakt Flankeerend vurende zware mitrailleurs moeten in front teaen rechtstreeksch vuur onvoorwaardelijk bescheimd zijn. De mitrailleurnesten mogen op geen enkele wijze in het terrein opvallen. Zij worden (behalve wanneer onopvallende maskers aanwezig zijn) met met de overige werkjes verbonden. Het verkeer naar de nesten moet worden beperkt, 't vindt als regel slechts des nachts plaats. Voor de artillerie zijn gedekte waarnemings- en commando posten noodzakelijk, daarna worden dekkingen voor de manschajr- pen gemaakt De batterijen zijn beter door een bewegelijk optre den en door goede maskeering dan door zware borstweringen te dekken. Voor uitgebreide achterwaartsche verbindingen moet wor- 680

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 14