houdingen n. m. m. beslist geen toepassing vinden. Nog te veel
blijft men zich in Frankrijk vasthouden aan de ervaringen in den
stellingoorlog opgedaan. Het principe van de verdediging in
steunpunten en de daarmee inhaerente „economie des forces" wordt
wel aanvaard, maar dit principe wordt op een minder logische
wijze als het ware aangepast aan het oude systeem van achter
elkaar geplaatste loopgraaflijnen Of het een, of liet ander. Of
men verdeelt over het terrein een stelsel van versterkte steunpunten
en zorgt voor een zoo goed mogelijke bestrijking met flankeerend
vuur van de tusschenliggende intervallen, waarin dus slechts bij
gebiedende noodzaak verbindingsloopgraven worden aangelegd (die
dan ook uitsluitend voor communicatie dienen); öf men houdt zich
aan het stelsel van achter elkaar geplaatste loopgraven en richt
die aaneensluitend ter verdediging in. Een compromis tusschen
deze twee systemen is reeds uit een principieel oogpunt te ver
werpen. Dat men de tusschenliggende loopgraven zoo eenigszins
mogelijk maken moet om aan luchtwaarnemers van het terrein
een uniform beeld te verschaffen, kan ik evenmin als de kapt. de
Man, een klemmende reden voor hun bestaan vinden.
Bovendien houde men toch vooral in het oog, welk een enormen
tijd men noodig heeft voor het maken van al die loopgraven. De
Man geeft hiervoor reeds in zijn critiek een kleine berekening
(M. S. 1924 blz. 522). Het Fransche voorschrift bevat achterin
eenige tabellen, die de uit te voeren werkzaamheden en den daar
voor benoodigden tijd aangeven. Tabel II heeft betrekking op de
inrichting van een „position fortifiée" voor een divisievak (sec-
teur) met een aangenomen frontbreedte van 4 KM. Parallèles en
boyaux (diepte 2 M.) worden noodig geacht tot het respectabele
bedrag van 64000 M', waarvoor zijn uitgetrokken 64000 journéés
(mandagen van 8 werkuren). Zetten we hiervoor een geheele In
dische divisie aan het werk, dan zal het netwerk van loopgraven
na 10 dagen gereed zijn. Worden de gemeenschappen beknop
ter gemaakt (Tabel III, Programme réduit) dan zijn toch nog
10000 mandagen benoodigd, waarover een Indisch regiment nog
een kleine vijf dagen te zwoegen heeft. Voor de ijzerdraadversper
ringen is in het laatste geval een zelfde tijd benoodigd, voor de
schuilplaatsen der „groupes de combat" 15000 mandagen, voor
de onderkomens der secties 60000 mandagen. In totaal voor alle
werzaamheden volgens dit bekorte program 155000 mandagen.
In het algemeen is de geest, die uit het Fransche voorschrift
spreekt, tie star, te weinig bewegelijk. Aan het vuur wordt ook
hier een te overwegende waarde gehecht. De bewegelijkheid, de
Dit was ook èèn der bezwaren van den kapt. de Man tegen het
door Brest van Kempen en Wilson ontwikkelde systeem, hetwelk veel
overeenkomst vertoont met de Fransche methode van terreinversterking'
(I. O. T. 1917).
682