713 De regeering heeft een wetsontwerp ingediend tot vaststelling van het beheer der nieuwe organisatie; personeel en materieel van de vloot, en verdeeling van de koslen. Zoodra het overleg met de Indische regeering zal zijn geëindigd, zal het aanhangig wetsontwerp betreffende de vereeniging der departementen van Oorlog en Marine worden ingetrokken en door een ander worden vervangen. De marinewerf te Soerabaia is geschikt voor de meeste herstellingen. De aanbouw van het gecompliceerde materieel zal voorshands riet in Indië geschieden. Het Nederlandsche marinebedrijf is naar verhouding en naar zijn waarde het duurst en haar organisatie zeer weelderig als gevolg van de regelmatige aflossing van het Indisch personeel op de Java en de Suma tra en de duikbooten die naar Indië worden gedirigeerd. In Indië is 2000 man, in Nederland 3700 man, hetgeen nog een zeer groot aantal mag worden genoemd. De definitieve splitsing zal allereerst het verplegend personeel en de ambachtslieden betreffen. De regeling hunner positie zal geschieden in overleg met de Indische regeering. De aangevraagde jagers zullen dienen om onbruikbaar materieel te vervangen. De regeering pleegt overleg met de Indische regeering betreffende de vlootsterkte voor de eerstvolgende jaren. Een luchtmacht is voor Indië onontbeerlijk; zij verhoogt het rendement van de vloot. De trefkans van uit de lucht geworpen bom men op oorlogsschepen is gering, op transportschepen en hulpkruisers grooter. Aanwending van de torpedo voor vliegtuigen verkeert nog ineen proefstadium. Een luchtvloot op zichzelf acht de regeering ondeugdelijk voor de verdediging en de handhaving d e r n e u t r a 1 i t e i t, daar haar werkingssfeer gering is. De vliegtuigen toch zijn gebonden aan een basis en afhankelijk van de weersomstandig heden. Bovendien is de grondorganisatie van de luchtmacht zeer kwets baar en is het luchtwapen in de duisternis tot werkloosheid gedoemd De aanschaffing van driehonderd vliegtuigen zou f 59.500.0C0 kosten, de be drijfskosten jaarlijks f 22,000.000. 9. UIT DE PERS. Leger en Vloot bij de defensie. In de Java-Bode van 28 October levert O. een bespreking van het in het I. M. T. van October verschenen artikel van den kap. van den gen' staf M. Boerstra, getiteld „Het aandeel van leger en vloot in de hand having van de in- en uitwendige veiligheid van Nederlandsch-Indië." Onder den titel van de bespreking „Leger en vloot bij de defensie'' staat de volgende tirade afgedrukt: „Het merkwaardige van het hieronder door een deskundige besproken artikel van den Kap. Oen. Staf M. Boerstra in het Indisch Militair Tijd schrift is gelegen in het feit, dat daarin de stelling wordt geponeeid, dat de defensie-waarde van ons leger wordt beheerscht door de capaciteit van de hulpwapens; juist op de hulpwapens, die bij een voldoende outillage onze minimum sterkte aanzienlijk zouden kunnen steunen, is in de laatste jaren veel besnoeid." Vervolgens verklaart O. het eens te zijn met den steller van hetl.M.T.- artikel, dat de defensie geschiedenis der laatste jaren vooral een eenzijdig beeld vertoont, en voegt daaraan toe, dat ook vrceger het logisch ver band tusschen de beide hoofddeelen der weermacht af en toe wel op papier

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 47