720
Onder „Gegevens vreemde legers" vinden we het Xllle gedeelte aar»
Zweden gewijd.
Mavors Augustus 1925. Van „De verplegingsofficier te velde" verschijnt
het llle gedeelte, tevens slot. Hierin vinden we o. a. handige wenken om
verwarring op de aanvullings (hoofdverstrekkings-) plaatsen te voor
komen.
Ie Lt. J. D. van der Waall vervolgt zijn serie artikelen met „De aanval
van den voortroep".
Voorts verschijnt het le gedeelte eener studie: „Tactiek der zware mi
trailleurs" door len Luitenant W. J. K. Baay. Schrijver waarschuwt hierin
voor het gevaar van een te groot munitieverbruik door de zw.mitr. en
wijst er terecht op dat in den grooten oorlog hieraan weinig aandacht
werd geschonken, maar dat in Nederl. met zijn gebrekkige patronen-indus
trie deze questie met zeer veel zorg onder de oogen moet worden gezien
(evenals natuurlijk in Indië. Bk). Ook wordt in dit gedeelte het vraagstuk
tractie besproken. Hij zegt o.a.
„Onze (de Nederl.) menschentractie heeft een groot voordeel, zij is
goedkoop. Zij is echter voor het overige in het nadeel."
Bij de behandeling der vuursoorten wordt de nadruk gelegd op de ei-
schen van verrassing en flankeering voor mitr. vuur.
De reeks artikelen van de luitenants Veidmeyer en Fortanier wordt ver
volgd met „Onvoorbereid troepenvervoer met auto's".
Kapitein P. A. Bange geeft een vrije bewerking van een passage uit
een Fransch artikel, nl.„Interessante rivierovergang door het le batal
jon van het 151ste regiment infanterie te Soissons."
Majoor H. C. Roufaer wijdt wederom een artikel aan „Moreele krachten",
waarin hij o. m. de militaire discipline bespreekt. Hierin zegt hij b. v.:
„De huidige krijgstucht heeft tot basis niet de dwang welke niet meer
mogelijk is op het slagveld, maar het plichtsgevoel en de kameraadschap.
De gehoorzaamheid moet autonoom zijn en gebaseerd op het vertrouwen
in den chef.
De soldaat ziet slechts een klein gedeelte van het slagveld. Hij kan de
opdrachten van zijn chef niet begrijpen. Het vertrouwen moet het „waar
om" opheffen.
Heteronome gehoorzaamheid is slaven-discipline."
Van „Eenige beschouwingen over luchtstrijdkrachten" verschijnt het
IVe gedeelte, tevens slot. Hierin wordt de bespreking der luchtfotografie
beëindigd, terwijl het laatste gedeelte gewijd is aan kabelballons.
Artilleristisch tijdschrift. Augustus 1925. (Bijlage van Mavors) Hierin ver
schijnt een opstel: „Iets over maskeering en camouflage ten dienste van
de Artillerie" door le Luit. J. H. van Swinden Koopmans. Terecht wordt
de aandacht gevestigd op het ontstaan van „mondingswaaiers" voor vuren
de stukken.
In „Artilleristische oefeningen" geeft kapitein de Bas ditmaal een voor
beeld van vuurvoorbereiding voor afsluitings- en stormvuur.
Kapitein Grotendorst vervolgt zijn „Aanteekeningen over de Kustaitil-
lerie."
Cavaleristisch Tijdschrift. Augustus 1925. In „Het vuurplan" door W.
worden wenken gegeven voor het ontwerpen van een vuurplan voor een
eskadron cavalerie bij de verdediging.
Van „De slag bij ffaelen, 12 Aug' 1914", verschijnt het vervolg. Ten
zeerste komt het nuttelooze van Cavalerie-attaques tegen ook slechts
eenigszins gedekt opgestelde vuurkracht naar voren.
Van de hand van Vessel verschijnt „Een patrouillerit ten Z. van Lem-
berg". In het verhaal ontbreken zoowel de opdracht die aan de verken
ning ten grondslag lag, als het nut van de met de verkenning bereikte
resultaten.
Koloniale Studiën. Augustus 1925. Wij vermelden een belangwekkend
artikel van Dr. W. Feuilleteau de Bruyn in dit tijdschrift over s „De vloot-