lijke belangrijke functie, waarvan de noodzakelijkheid niet verder
behoeft te worden aangetoond, indien men de uitbreiding van
den autodienst gedurende den oorlog nagaat. Op den vooravond
van de oorlogsverklaring beschikte het Fransche leger n.l. over
170 militaire auto's, eind Augustus 1914 reeds over 6000, terwijl
in November 1918 bij den autodienst aanwezig waren 92000auto's
en 11500 man personeel, waaronder 2500 officieren.
Het spreekt vanzelf, dat een behoorlijke vredesvoorbereiding
veel meer omvat dan hiervoor in enkele punten is vermeld. Niet
alleen moet de leiding van den autodienst volkomen op de hoogte
zijn van de organisatie van de strijdmacht, de taak van de ver
schillende legeronderdeelen en de zeer gecompliceerde verhoudin
gen, waarin deze onderdeelen in tijd van oorlog ten opzichte
van elkaar kunnen komen te staan, doch ook moet zij op auto-
technisch gebied volkomen deskundig zijn, moet zij een zeer goe
de kennis van het wegennet hebben, volkomen bekend zijn met
de hulpbronnen, die in tijd van oorlog kunnen worden aange
boord (verkrijging personeel, materieel, verwisselstukken, bedrijfs-
stoffen, inrichten van werkplaatsen, enz. enz.) en ten slotte moet
zij voortdurend contact houden met de leiding van het militair
spoorwegvervoer, waarmee de autodienst in tijd van oorlog nauw
moet samenwerken.
Thans zullen eenige grepen worden gedaan uit de ontwikke
lingsgeschiedenis van den Franschen autodienst tijdens den
oorlog, waarbij gelegenheid zal zijn enkele principes nader in
beschouwing te nemen. Het is echter niet de bedoeling een
geschiedkundig overzicht te geven, daar dit verre zou uitgaan bo
ven de opzet van dit artikel.
In het concentratieplan was gerekend op 3 „groupes" (voor de
beteekenis van deze benaming zie hierna) omnibussen van de
reeds genoemde C. G. O., welke bestemd waren om de „infanterie
de soutien" tegelijk met de cavalerie te doen oprukken. De overige
omnibussen van deze C. G O. werden, na eenige wijziging te
hebben ondergaan, geformeerd tot sections de ravitailleinent en
viande fraïche (R V. F.). Toen bleek dat na formeeiing van de
„groupes" en secties R. V. F. nog autobussen beschikbaar waren
(er waren er in totaal 1049 gerequireerd) werden deze geformeerd
tot een groep T. P (transport de personnel). Deze autobussen
hebben steeds alle zeer goede diensten bewezen, dank zij de
koelbloedigheid en de vaardigheid van hunne bestuurders (Pa-
rijsche omnibusbestuurders). De eerste eervolle vermelding welke
den autodienst ten deel viel, gold dan ook deze autobussen. Ge
durende den oorlog zijn meer dan 1000 eervolle vermeldingen
(citations) geschreven in het gulden boek van den autodienst.
Gedurende de eerste maanden van den oorlog heeft een zeer
druk vervoer van troepen per auto plaats gehad. Hierbij bleek,
zooals hiervoor reeds is gezegd, niet alleen dat de wapens en
774