diensten nog niet voldoende waren doordrongen van de autono
mie van den autodienst, zoodat de officieren van dezen dienst
dikwijls de grootste moeite hadden hun materieel bijeen te houden
en te voorkomen dat dit versnipperd werd over regimenten, ba
taljons, enz., doch ook bleek, dat de officieren van de diensten
zich dikwijls met de wijze van vervoer inlieten, hetgeen tot
allerlei moeilijkheden aanleiding gaf. Reeds kort na het uitbreken
van den oorlog werd daarom een reglement voor het vervoer van
troepen per auto en een voorschrift voor het autotransport samen
gesteld en gedistribueerd. Deze,instruction provisoire au sujet des
transports de troupes en automobiles" gaf in weinig woorden de
beginselen aan en had het resultaat, dat zich geen moeilijkheden
als hiervoor vermeld weer voordeden. De voornaamste bepaling
van deze instructie is wel
„Une autorité unique doft être maitresse du transport de bout
en bout, actionner les embarquements et les débarquements,
faire i'itinéraire, surveiller la marche; c'est le directeur du trans
port. De lui doivent dépendre les chefs de chantiers d'embar-
quement et de débarquement, les commandants des formations
automobiles, qui transportent et le ou les commissaires de route
chargé de reconnaltre et de jaloner I'itinéraire."
Bij de bespreking van de verschillende onderdeelen van den
autodienst zal worden nagegaan wie als directeur du transport
optreedt.
Waar de Fransche auto-industrie niet bij machte was het groot
aantal benoodigde vrachtauto's te leveren, terwijl de hoeveel
heid door requisitie verkregen auto's verre beneden de zich
steeds uitbreidende behoefte bleef, bestelde de Fransche regeering
reeds kort na het uitbreken van den oorlog een groot aantal
vrachtauto's in Amerika, speciaal WHITES. Deze kwamen reeds
in het laatst van 1914 in Frankrijk aan en werden in 1915 tot
twee „groupements" elk a 6 „groupes" a 4 sectie's vereenigd.
Hierbij bleek dat homogeniteit van het materieel buitengewone
voordeelen biedt. Niet alleen wordt daardoor een grootere marsch-
regelmaat verkregen, doch het onderhoud en de herstelling van
de auto's worden oneindig veel makkelijker, terwijl percents
gewijze een grooter aantal auto's regelmatig in bedrijf blijft.
Gemiddeld kan, wanneer goed automaterieel in gebruik is, bij
een behoorlijk langen rit, er op worden gerekend, dat 10°/ovan
de auto's aan het einde van den rit niet meer voor den volgen
den dag beschikbaar is. Wanneer over een behoorlijk aantal werk
lieden, behoorlijke ateliers en over voldoende wisselstukken wordt
beschikt, behoeft dit percentage niet te stijgen. Zijn echter geen
onderdeelen beschikbaar, dan stijgt dit belangrijk en progressief
want doordat een minder aantal auto's voor den dienst beschik
baar is, zullen de in gebruik zijnde auto's een zwaarderen dienst
hebben te verrichten, die tot overlading en dus tot meer defecten
775