avec un autre chargement, qu'arrivé la, a dix heures du soir, on a juste le temps de s'enfiler un jus, a la gare, pour rebondir sur Badonvillers, d'oü on repart a quatre heures du matin, pour Bler- court, et qu'après plusieurs autres allées et venues on revient finalement chez soi le surlendemain, je crois qu'on peut dire qu'on a sa claque! Et, le jour suivant, ga recommence! De opleiding voor bestuurder gedurende den oorlog duurde gemiddeld 3 a 4 weken. Noodgedwongen moest men de opleidings- tijd zoo kort kiezen, daarbij de verdere opleiding aan de praktijk overlatend. Ook aan technisch personeel was een voortdurend te kort. Het personeel van de autofabrieken was daar dringend noodig voor het aanmaken van auto's, onderdeelen, granaten, enz. en moest zelfs zeer belangrijk worden uitgebreid, waarvoor ook weer bij alle wapens en diensten naar daartoe geschikte menschen werd gezocht. Wat de autodienst betreft, werd getracht het tekort aan te vullen door opleiding van „dépanneurs" hulpautoherstellers, die kleine reparaties kunnen uitvoeren zonder dat de auto daardoor buiten dienst behoeft te worden gesteld. De opleiding tot „dépan- neur" duurde ongeveer 3 weken, waarna de leerlingen, alvorens over de werkplaatsen of reparatieauto's te worden verdeeld, eerst drie weken werden ingedeeld bij een „Peloton consacré au dé- pannage sur route". De autoherstellers „ouvriers" deden alleen dienst in de grootere reparatie-inrichtingen, waar door specialisatie hun arbeidspresta tie zoo hoog mogelijk kon worden opgevoerd. Ook bij het technisch personeel was een voortdurend tekort, waarin voor een deel is voorzien door in de centrale inrichtingen achter het front daarvoor geschikte krijgsgevangenen, geplaatst onder Fransche toezichthebbenden, die hun taal vloeiend spraken, te employeeren. De kaderaanvulling geschiedde hoofdzakelijk bij de „groupe" en grootere eenheden zelf door opleiding van daartoe geschikte be stuurders en was dan ook uitsluitend een practische opleiding. De opleiding van officieren voor den autodienst heeft zeer veel moeilijkheden opgeleverd. Waar het aantal officieren, dat vóór het uitbreken van den oorlog bij den autodienst was ingedeeld geweest, slechts zeer gering was, deed zich reeds in October 1914 het ge brek aan officieren ter encadreering van het steeds in aantal toe nemende eenheden, nijpend voelen. Reeds in September 1914 wer den de best aangeschreven onderofficieren voor den duur van den oorlog aangesteld tot officier (dienstdoend officier te velde), doch het bleek al dadelijk, dat hun kennis, speciaal op administratief gebied, absoluut onvoldoende was. Zij moesten daarom eerst een aanvullingscursus volgen. In 1915 werd in Beauvais een centrale school voor officieren van den autodienst opgericht. 786

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 54