5. DE VERSTREKKING VAN KLEEDING EN DE SCHULDREKENING, door F. TREFFERS. Wij kunnen, vooral als wij aan het oude tarief terug denken, niet dankbaar genoeg zijn voor den samensteller van de tegen woordige regeling, waarbij kwartaalsgewijze den man een zeker bedrag aan kleedinggeld wordt tegoed gedaan, dat wij als com pagniescommandant overeenkomstig de achtste afdeeling der compagnies-instructie kunnen aanwenden voor de noodig geble ken aanvulling van de verplichte hoeveelheid kleeding. Dankbaar is echter nog niet hetzelfde als voldaan. En het ge voel van eene betrekkelijk kleine onvolkomenheid in het thans bestaande stelsel geeft ons het volgende ter verbetering in de pen. De kleeding wordt nog te machinaal op het einde van het kwartaal ontvangenhet systeem, dat het beschikbare restant aan den man moet worden uitbetaald is daarvan de oorzaak. Dit systeem moge juist geweest zijn bij de oude methode van een door het tarief uitgeplozen vernieuwing, met daarbij behoorende uitkeering van 3/4 der geldswaarde van het niet benoodigde, en wel omdat door dat systeem zuinigheid in de hand gewerkt werd, thans, nu de volle waarde'wordt uitgekeerd, is die aansporing in het belang van den lande niet meer noodig en kan naar iets anders worden omgezien. Het uitbetalen brengt mede, dit vóór die uitbetaling bij eene inspectie moet worden nagegaan, wat de man voor nieuws moet hebben, zoodat een periodieke aanvulling regel is en een tusschentijdsche uitzondering. Wie gaat er gaarne toe over een man, die tusschentijds iets noodig blijkt te hebben en er niet om vraagt, kleeding op schuld te geven en hem zoo in de korting op zijn soldij te brengen Niemand doet dat zondei tegenzin en als het kan schippert men het (als commandant der compagnie met zijn menschen medelevend) zoo eenigszins moge lijk, om het te rekken tot de volgende vernieuwing. Daarbij behoeft men in het kleedinggeld geenszins een verkapte ver hooging van inkomsten te zienkorting op soldij is iets onaan genaams. Vooral bij jonge manschappen. Die hebben de minste soldij en hebben bij het depot bataljon het minste zeg veilig te min ontvangen en het meeste versleten. En een ander middel dan korting is er niet, want er is niets waaruit eene contante storting zou kunnen geschieden. Het kleedinggeld van vorige kwartalen is op Wellicht is er de vorige maal een klein restant gebleven, dat, bij het nieuwe bedrag gevoegd, misschien toereikend zou zijn (in ieder geval aangewend zou worden) om b. v. behalve andere kleeding (schoenen of grijs groen) nog een sergen stuk of een mantel te ontvangen, maar dat restant is natuurlijk opgemaakt- Dus er valt te kiezen tusschen overschrijding van het kwanaal 788

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1925 | | pagina 56