Het aankomen van overgeplaatsten met competeerer.de vernieu
wing, juist ais men door de eigen drukte heen is, vervalt.
De compagnies-commandant krijgt nu wat meer geld in kas
door de saldi der schuldrekening. Een bezwaar is dat niet. Zijn
afrekening wordt er niet belangrijk moeilijker door. Hij kan naar be
hoefte kleeding ontvangen, wat een groot gemak zal blijken. De
aanvraag kan gebaseerd zijn op de bestaande behoefte en toch
kan het aantal aanvragen beperkt blijven door ze in te dienen al
leen als zulks noodig is. Na een meerdaagsche oefening zijn vaak een
aantal bamboehoeden gelijktijdig stuk. Thans is er geen geld.
Bij de voorgestelde methode wel. Nu is korting op de soldij
noodig, dan kan het bedrag in de schuldrekening verwerkt
worden.
Het zal noodig zijn het aankomende kleedinggeld niet op het
eind van een kwartaal, doch aan het begin uit te keeren. Bij
overlijden of bij het bestaan van andere oorzaken waardoor te
veel zou zijn ontvangen komt het mogelijk te veel ontvangene
weder als debet op de schuldrekening. Misschien is het daarom
beter het kleedinggeld per maand uit te keeren. Dit ter beoor
deeling van de militaire administratie. Hoofdzaak is, dat geen
kleine hoeveelheden kleedinggeld verloren gaan, dat de regeling
meer gericht is op de behoeften der praktijk, dat de dienst in
de magazijnen niet periodiek overbelast wordt en dat geen hin
derlijke vermeerdering van administratieven arbeid wordt ver
oorzaakt.
6. MEDEDEELING VAN DE REDACTIE.
Vertrek met buitenlandsch verlof noopt mij, de leiding van
dit tijdschrift over te geven.
De nieuwe jaargang zal verschijnen onder redactie van den
kapitein van den generalen staf T. BAKKER.
Aan allen die, hetzij door hunne geregelde medewerking aan
vaste rubrieken, hetzij door het leveren van bijdragen, mij steunden
in mijne taak, betuig ik mijn welgemeenden dank.
Mijn laatste woord zij een opwekking aan diegenen onder de
kameraden die door ervaring en studie als het ware aangewezen
zijn om het hunne tot den bloei van dit tijdschrift bij te dragen,
om hun licht niet onder de korenmaat te laten. Er zijn er wel is
waar, wier drukke werkkring hun al zeer weinig tijd laat, en
anderen, voor wie bekendheid uithoofde van dienst met bescheiden
van dikwijls vertrouwelijken aard dan wel de aard van hun
betrekking een beletsel vormt om de resultaten van hunne studie
over onderwerpen waarvan zij kunnen worden geacht bij uitstek
op de hoogte te zijn, aan de openbaarheid prijs te geven. Maar
het kan toch moeilijk anders of daarnaast zijn er nog velen, die
790