798
genie S. Boerstra in het Indisch Militair Tijdschrift van October 1925, getiteld
„Het aandeel van leger en vloot in de handhaving van de in- en uitwen
dige veiligheid van Ned. lndië".
Andere leden zagen de urgentie van een hernieuwde overweging van het
defensie-vraagstuk niet in.
Enkelen hunner achtten veeleer redenen aanwezig verderen nieuwbouw
der vloot te staken in afwachting van de resultaten der in Locarno gevoerde
onderhandelingen. H.i. dienen eventueele overschotten niet voor uitbreiding
der defensie aangewend te worden, doch in de eerste plaats voor andere
meer dringende behoeften. Ook waarschuwden zij tegen opvoering der
defensie-uitgaven boven de in de toekomst te verwachten draagkracht.
(Mem. v. Antw.)
Naar aanleiding van de vraag of de tijd niet is aangebroken voor een
nadere studie van de verdediging van lndië gegrond op de logische samen
werking van leger en vloot, zij medegedeeld, dat de Regeering het onder
de huidige omstandigheden niet gewenscht acht deze aangelegenheid thans
een onderwerp van bespreking te doen uitmaken.
Omtrent de resultaten der in Locarno gevoerde onderhandelingen hebben
de Regeering nog geen officieele gegevens bereikt.
10. UIT DE PERS.
De splitsing den Marine.
Op het artikel betreffende deze aangelegenheid van de hand van Marin
in het „Alg. Handelsblad" (Zie I.M.T. 1925 No. 10, blz. 649), verscheen
een vervolg, waarvan de inhoud hier zij weergegeven.
Schr. begint te verwijzen naar het Marineblad, waarin onlangs, naar aan
leiding van een zijner artikelen in het Handelsblad over het commandement
der zeemacht in Ned.-lndië van de hand van den officier van admini
stratie le klasse Tj. Meyer, die geruimen tijd aan het departement te
Weltevreden werkzaam was geweest, uitvoerig werd uiteengezet, welke
groote moeilijkheden zich in den laatsten tijd reeds hadden voorgedaan
door het botsen van twee belangen, n. 1. eenerzijds, dat der Staatsmarine,
hetwelk het noodig maakte alle vraagstukken van organisatie der oorlogs
marine te leggen in de handen van den Minister van Marine en daarte
genover het Regeeringsreglement—de grondwet van Nederiandsch-Indië
tezamen met de Indische comptabiliteitswet, die bemoeiingen uitsluitend
tot administratieve betrekkingen beperken, welke laatste uiteraard nimmer
maatregelen konden omvatten, die, zonder toestemming van den Minister
van Koloniën, uitgaven ten laste van de Indische schatkist tengevolge
zouden hebben.
Die botsingen kwamen vooral toen met de instelling van den Volks
raad Indië's ingezetenen deel gingen nemen aan het bestuur des lands
en invloed gingen oefenen op den gang van zaken- De Indische begrooting
werd de spil waar alles om draaide en de afdeeling Marine dier begrooting
behoorde ook geheel tot de competentie van den Minister van Koloniën
en zijn collega van Marine kon daarin niets anders dan als adviseur in
vloed oefenen. Met het Regeeringsreglement van Nederl lndië is de Staats
marine staatsrechterlijk dan ook niet langer vereenigbaar, tenzij men
en dat is wel ondenkbaar de exploitatiekosten dier Vloot geheel door
Nederland laat betalen.
Blijven deze ten laste van lndië, dan moet öf het Regeeringsreglement
gewijzigd worden op een wijze, die het medezeggingsschap van den Volks
raad enz. uitsluit, öf de bemoeiingen van den Minister van Marine, anders
dan zuiver administratieve, moeten ophouden. Het laatste ligt dan wel het
meest voor de hand niet alleen om staatkundige maar ook om practische
redenen.