a. d i r e k t, door de eigen troepen en treinen toegebrachte ver
liezen;
b. indirekt, door verkenning dier troepen en treinen.
De d i rekte inwerking geschiedt door aanvallen op doe
len op den grond.
Deze aanvallen kenmerken zich door:
a. den aard van het te verwachten vuur;
b. de wijze van inzet;
c. den aard der uitwerking.
Het te verwachten vuur zal bij aanvallen op troepen en treinen
op den grond in hoofdzaak bestaan uit mitr. vuur, kleine bommen
en handgranaten en afgegeven worden van zeer lage vlieghoog
ten.
De inzet geschiedt met gesloten massa's, welke geconcentreerd
worden op één doel, dat na voorafgaande algemeene verkenning
is aangewezen.
De aard der uitwerking is locaal, doch snel en hevig en kan in
hooge mate deprimeerend zijn.
De doelen waarop die aanvallen kunnen worden gericht, zijn:
1gedurende den marsch:
de groote marschcolonnes, in het bijzonder bij het passeeren
van défilés (bruggen, holle wegen, wegen door bosschen,
enz.);
2. bij het ontmoetingsgevecht:
de zich nog op den hoofdopmarschweg bevindende doelen
in het achterterrein, zooals batterijen, reserves, troepentreinen,
autocolonnes, enz.;
3. gedurende den vijandelijken aanval op
onze stellingen:
onze voorste inf. linie, ingrijpende reserves, onze steunpunten
(mitr. nesten) waarvan de vernietiging een beslissende uit
werking op den uitslag van het gevecht kan uitoefenen, sper-
vuurbattn, enz.;
4. tijdens den stormaanval der vijandelijke
inf.:
onze bijzonder lastige batterijen en mitr. nesten;
5. gedurende den eigen aanval op een vijan-
d e 1 ij k e stelling:
onze gereedgestelde inf. en art. Verder de naar het gevechts-
veld opmarcheerende reserves;
6. tijdens een vervolging door den v ij and:
de nog gesloten troepenverbanden, de terugtrekkende treinen,
autocolonnes, art. bespanningen, enz.
De indirekte inwerking is gelegen in de verkenningen,
onderscheiden in strategische en taktische verkenningen, welke
laatste weer kunnen worden onderscheiden in de taktische verken-
13