vechtsopdrachten op den grond den voorrang hebben boven de beveiligingseischen tegen vliegergevaar en bovendien de verschil lende troepenonderdeelen niet meer zoo vrij zijn in de keuze van de beschermende terreindeelen. Bijna onuitvoerbaar is zij na een voor de eigen troepen ongunstig verloopen gevecht, wanneer die troepen slecht in de hand zijn en gedurende den terugtocht onder deze omstandigheden. 111. Onderkenning van het vliegergevaar. Onderkenning van het vliegergevaar kan geschieden door zich rekenschap te geven van: 1. de tijdstippen waarin dat gevaar zich zal kunnen voordoen; 2. hetgeen de vliegenier of waarnemer uit de verschillende hoogten ziet onder verschillende belichtings- en weersom standigheden; 3. de gegevens waarover zij in verschillende gevallen wenschen te beschikken; 4. de bedoelingen en het aanvallend vermogen van de gemelde vliegtuigen. ad 1. Op vijandelijke luchtverkenningen moet reeds gerekend worden kort vóór en kort nadat vijandelijke troepen voet aan wal hebben gezet. Deze strategische verkenningen hebben o. a. ten doel, gegevens te verkrijgen omtrent de dislocatie van de hoofd onderdelen van onze landmacht. In het daarop volgend stadium, i. c. de opmarsch der vijandelijke hoofdmacht, is de nadere vijandelijke strategische verkenning in hoofdzaak vóór zijn eigen front en flanken te verwachten. Zij heeft ten doel de hoofdrichting van onzen eigen opmarsch te blijven onderkennen. In het derde stadium, dus wanneer de troepen van beide par tijen elkander meer genaderd zijn, kan zich de vijandelijke tak- tische luchtverkenning doen gelden tot 60 K. M. vóór het vijandelijk front. De bij het in aanraking komen der wederzijdsche strijdmachten aangezette n a b ij- en gevechtsverkenningen strek ken zich normaal uit tot op 20 K. M. voorbij het hoofd van de vijandelijke marschcolonne. Men zal dus steeds rekening moeten houden met het gevaar uit de lucht, vóórdat de marschcolonnes binnen het bereik van 's vijands vèrdragend geschut zijn gekomen. ad 2. Bij verkenning met het oog, onder gemiddelde zichtomstandig- heden, zijn te onderkennen: 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 16