Uit de beantwoording van deze vragen laat zich grootendeels de meerdere of mindere mate van het vliegergevaar afleiden en tevens de te nemen beschermingsmaatregelen. IV. Uitwerking van het vuur uit vliegtuigen. Bij de beoordeeling van de te verwachten uitwerking van luchU aanvallen op troepen op den grond door middel van kleine bom men, dient men er mede rekening te houden, dat die bommen, niettegenstaande hun gewicht van slechts 5 K. G., een ongeveer even gioote springlading hebben als een granaat van het veldge schut ein zij dus minstens dezelfde uitwerking hebben als laatst genoemd projectiel. Bij het springen wordt een zeer sterke en door nagenoeg lood rechten inval vrijwel gelijkmatige scherfwerking naar alle zijden verkregen, rerwijl de verspreiding der scherven vlak boven den grond plaats heeft. De breedtespreiding is hierbij grooter dan die van een veldgranaat en bedraagt minstens 25 M. Ofschoon de techniek van den bornmenaanval nog dusdanige moeilijkheden met zich meebrengt, dat alleen van een massa- aanval loonende resultaten zijn te verwachten en aanvallen met kleine eenheden ondernomen alleen toevallige baten kunnen me debrengen, zai de afwezigheid van luchtdoelmitr^illeurs en lucht doelgeschut bij onze troepen tengevolge hebben, dat de afwerp- hoogten minimaal zullen worden genomen, wat de kans op uitwer king belangrijk zal doen toenemen. Mitrailleurvuu,- uit vliegtuigen is door het gemis aan bestreken ruimte en door de geringe hoeveelheid munitie welke kan worden medegevoerd, uit den aard der zaak veel minder gevaarlijk dan dergelijk vuur op den grond. Ook hier kan alleen van een massa-inzet belangrijke resultaten worden verwacht. W'j zullen slechts rekening moeten houden met aanvallen van kleinere eenheden, waarvan alleen een moreele uit werking op de troepen kan worden verwacht. V. De vliegerbestrijding. Waar om reeds gemelde redenen de vliegerbestrijding zeer on volledig zal kunnen geschieden en zij dus in onze omstandighe- heden pas in de tweede plaats dient te komen, zal hiervan alleen in zooverre iets worden vermeld, dat daaruit de wisselwerking kan blijken tusschen de bestrijding en de vliegerdekking. De zekerste bestrijding van vliegtuigen geschiedt ontegenzeg gelijk door jachtvliegtuigen, doch zelfs indien zij al in voldoende aantallen ter beschikking zouden zijn, kunnen zij hiervoor slechts voor korten tijd en op een beperkte ruimte worden ingezet. Laten wij de luchtdoelartillerie buiten beschouwing, dan bezit 19

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 19