Bij d'e toepassing zij men steeds indachtig, dat alle dekkings maatregelen de troepenleiding in het vrije gebruik van de troepen bemoeilijken. Wij hebben hier alleen maar te wijzen op de be- moeilijking van de bevelsoverbfenging door het loslaten van de taktische verbanden en de verspreiding der onderdeelen, door tijd verlies als gevolg van het telkens opzoeken van dekkende terrein- deelen, het krachtverlies door het uitvoeren van nachtmarschen en het maken van omwegen, het medenemen van versluierings middelen, enz. De uitvoering dient dus slechts zoover te gaan als hét gevaar dat medebrengt; in het bijzonder zal moeten worden nagegaan of met oog- dan wel met beeldverkenning rekening moet worden gehouden. Hoofdzaak is in de eerste plaats te zorgen voor een zorgvuldige terreinaanpassing. Kunstmatige verdoezeling (toepassing van net ten o. a.) moet steeds als een noodmaatregel worden beschouwd. De voor de toepassing van dekkingsmaatregelen noodige routine zullen de verschillende troepenaanvoerders zich moeten verwer ven door het veelvuldig bestudeeren van luchtfoto's en zoo moge lijk door het medemaken van enkele instructievluchten. De ver sluiering kan ook indirect worden verkregen door samenwerking met luchtdoelgeschut en jachtvliegtuigen, doch zal slechts mogelijk zijn op die plaatsen, waar een beslissing wordt gezocht en dan nog voor een zeer korten tijd en op een beperkte ruimte. Daar zelfs hierbij niet is uitgesloten dat door vijandelijke vlie gers inzicht wordt verkregen, zullen steeds de direkte versluie- ringsmaatregelen worden toegepast. Deze zijn in hoofdzaak: 1. het gebruik maken van begroeiing welke van boven dekking verleent; 2. het vermijden van scherpe lichtcontrasten, zooals b. v. marschcolonnes op lichte wegen die kunnen teweeg brengen, 3. het van boven afdekken van de verlichting in bivaks en kan- tonnementen; 4. het van boven kunstmatig afdekken van niet op andere wijze te versluieren objecten, waarbij rekening moet worden gehou den, dat weer geen schaduwen met scherpe omtrekken wor den geschapen. Alvorens dus tot het nemen van dekkingsmaatregelen over te gaan zal afgevraagd dienen te worden: 1. welke opdracht de troep heeft; 2. hoeveel tijd er beschikbaar is voor de te nemen maatregelen; 3. waar natuurlijke dekking tegen vliegerinzicht is te verkrijgen; 4. waar en hos kunstmatige dekking kan worden verkregen; 5. op welke wijze de maatregelen dienen te worden bevolen in verband met de opstelling der troepen. 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 22