Ook kan de man hierbij met de linkerhand werken (foto IIc). De uitgekomen grcnd wordt eerst naar voren in de frontdekkingy later in de zijdekkingen verwerkt. De lengte van den kuil moet zoodanig zijn dat de schutter zijn voeten in het diepste gedeelte kan leggen; hij mag deze niet tegen de opgaande glooiing plaatsen, de lengte van den kuil is dus afhankelijk van de lengte van den schutter. Voor het bewerken van de zijkanten van den kuil kan het noodig zijn, dat de schutter zich tijdelijk links of rechts van den kuil neer legt; voor zooveel noodig zal daarbij met de linkerhand worden gewerkt (foto lid). Schuin afwerken van de taluds is gewenscht om scherpe slag schaduwen te voorkomen (waarneming uit de lucht). Foto's lila - b geven de schutterskuil gereed. c. T ij d s d u u r. De gemiddeld benoodigde tijd is uur (n. 1. f2 a 1 uur), af hankelijk van de grondsoort. Totaal grondverzet 0.4 M3. Opmerkingen. 1). Voor de met karabijn en klewang bewapenden, geeft de kle wang, in verband met zijn draagwijze, n. 1. vóór de passant, hinder bij het graafwerk; het verdient daarom aanbeveling de passant los te maken en de klewang naar achter te schuiven. 2). Gedurende het graven kan het soms gemak opleveren, de steel van de patjolpik los te maken en de patjolpik als schop te gebruiken. 3). Moet het armsteunvlak om eenige reden op gelijke hoogte komen met het maaiveld, dan is de uitgekomen grond onvoldoende voor een dekking tegen geweervuur. Om voldoende grond te krij gen moet dan de kuil dus grooter (breeder) worden gemaakt dan normaal noodig is. B. Knielende schutters. a. Vorm en afmetingen (zie fig. II). b. Wijze van graven. Deze kuil kan van den aanvang af zóó worden gemaakt, dan wel ontstaa- door verdieping van die voor liggende schutters. Bij graven onder vuur of (en) waarneming geschiedt dit over eenkomstig het ad I vermelde. tsehoeft geen rekening te worden gehouden met vijandelijk vuur en met waarneming, en kan dus staande worden gegraven, dan wordt eerst met een kielspit de buitengrens van den kuil aange geven. De eerst uitgekomen grond wordt weer benut voor een op- teocTHg van geweer of karabijn, daarna wordt de frontdekking 36

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 36