7. UIT DE PERS. De bijzondere aandacht moge worden gevestigd op ondervol gend artikel, ontleend aan De(n) Indische{n) Gids van Novem ber 1925. De ongenoemde schrijver schetst daarin met enkele forsche lijnen zijn denkbeelden omtrent dit brandende vraagstuk, en geeft daarbij blijk van een scherp inzicht in deze materie en een gezon den zin voor realiteit. 1. Het nationalisme in Azië is ontwaakt. Extremisten hebben daarvan gebruik gemaakt om hun beginselen over 1e planten op de Aziaten. Heftige volksleiders trachten de bevolking bij te brengen, dat de strijd voor zelfstandigheid moet samengaan met dien tegen het kapitalisme, want dit wordt toch volgens hen vertegenwoordigd door de Westersche vreem delingen. Aansluiting van Inheemsche vereenigingen met Chineesche heeft in Nederlandsch-Indië reeds plaats. 2. Zelfbestuur moet er in Nederlandsch-Indië komen, doch dit moet ge leidelijk gaan. De Regeering moet voorkomen, dat onrijpe krachten de bevolking overheerschen, dat avonturiers haar leiden. Daarvoor is het noo- dig, dat het gezag onverzwakt in Hare handen blijf, dat zij den toestand overal blijft beheerschen. Dit klemt temeer in oorlogstijd als wanneer volksmisleiders in troebel water zullen trachten te visschen. 3. Het was dan ook goed gezien, dat men de laatste jaren in de buiten gewesten de politiek politioneele taak weder in handen gaf van het leger, het gezagsinstrument bij uitnemendheid. De afdeelingen, aldaar gelegerd, zullen in oorlogstijd daar moeten blijven. 4. Het leger op Java werd, voor wat de infanterie betreft, georganiseerd op grondslag van voldoend personeel om dat in de buitengewesten na bepaalden tijd af te lossen, aldaar geleden verliezen door ziekte e. d. aan te vullen en daarboven nog een zoodanige troepenmacht beschikbaar te hebben, dat bij ernstig verzet, opstand en stakingen onmiddellijk een afdee- ling gezonden kan worden om rust en orde te herstellen, hieronder ook begrepen het zenden van troepen op overzeesche expeditiën. 5. Die infanterie in den geheelen archipel moet daar in vredestijd zijn, in de sterkte die zij thans heeft, tot het brengen van rust en orde en veiligheid van personen en goederen. Zij is dus daar in de eerste plaats tot heil van de inheemsche bevolking. 6. Door die infanterie op Java goed te voorzien van hulpwapens en hulpdiensten krijgt men een leger, geschikt voor de taak het opgelegd in oorlogstijd, namelijk het in de eerste plaats verdedigen der voorname havenplaatsen tegen coups de main. 7. Aan dat leger kan en moet worden opgedragen de verdediging van die plaatsen, zoowel aan de land-als zeezijde; waarbij behoorlijk gedekt opgestelde kust- en luchtdoelbatterijen en landvliegtuigen. De steun, door de vloot hierbij te geven behoeft slechts zeer gering te zijn. Men bedenke hierbij nog, dat doode weermiddelen aan de kust die zeer goed een deel van de thans opgedragen taak van de vloot nabij de havenplaatsen 54 Dc verdediging van Nederlandsch-Indië

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 54