dan met een kleine zwakke vloot welke wegens ons gebrek aan geld niet groot kan zijn voor handhaving van de neutraliteit. In het eerste geval is een bondgenootschap met een dier mogendheden onnoodig; overigens steeds ongewenscht. Slechts liefde voor mijn vaderland en voor de bevolking in Neder- landsch-Indië, waartusschen ik meer dan een kwart eeuw geleefd en gewerkt heb, deden mij vorenstaande regelen neerschrijven. Slechts het heil van m ijn vaderland en van die bevolking stonden mij voor oogen. Mocht voor de marine het neergeschrevene hier en daar pijnlijk aandoen, zij vergeve het mij. Ik kan niet anders doen dan mijn innige overtuiging neerleggen in een kwestie, weke mij zoo na aan het hart ligt en wel de verdediging van ons wonderschoon naar rust, orde en veiligheid verlangend Nederlandsch-lndië. 57

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 57