59 Luitenant Russer geeft het slot van „Eenige bijzonderheden omtrent het leger in Nederlandsch-lndië" en onder „Indische schetsen" een verhande ling over „De(n) Krijgsraad". Kapitein S. Oly geeft het IVe zijner „Losse hoofdstukken over het vuren met de zware mitrailleurs". Dit is gewijd aan wat hij „de vuurvormen" noemt. Hij groepeert deze in twee hoofdgroepen n.l.: 1. vuren, die onmiddellijk gericht zijn tegen levende doelen, welke zich in het terrein bevinden 2. vuren, die terreingedeelten ongeschikt of minder geschikt maken om door den vijand te worden gebruikt. Tot de eerste groep rekent hijuitwerkings- en vernietigingsvuur, vecht- wagen- en luchtdoelbestrijding. Tot de tweede: afsluitings-, storm-, begeleidingsstorend, terrein- en drukvuur. Een omvangrijke vocabulaire! Wij citeeren zijn uitspraak ,,Bij alle vuren moet worden gestreefd naar bestrijkend vuur, flankeerend vuur en verrassend vuur (vuuroverval), aangezien in dien vorm het mi- trailleurvuur de geweldigste uitwerking heeft." Het Ve hoofdstuk gaat over het gebruik der schootstafelgegevens. Ie Luitenant J. D. van der Waall schrijft over „De nieuwe draagwijze van de lichte mitrailleurs". Aan zijn artikel ontleenen we de volgende gegevens over de samenstelling der Nederl. sectie infanterie; allen 1 patroontrommeltasch, het geweer en 1 patroontasch met 60 patronen. 2 Gr. C. 2 opvolgers Gr. C. 14 soldaten, twee mi- trailleur- 2 mitr. schutters. groepen. j 2 helpers. 2 L en elk een d°lk" Totaal 22 man. twee I '2 Gr. C. allen het geweer en twee geweer- 2 opvolgers Gr. C. patroontasschen met 120 groepen. 18 soldaten. 1 patronen. Totaal 22 man De sectie 44 man sterk. Het „Maandoverzicht" bespreekt zeer waardeerend de te Arnhem in A ug 1925 gehouden cursus voor verdere opleiding van oudere reserve-officieren onder leiding van den commandant der lie Divisie. Artilleristisch tijdschrift. October 1925, (Bijlage van Mavors). Kapitein Schildermans vertaalt onder het opschrift „Moreele factoren" eenige frap pante passages uit het bekende boek „Ma pièce" van Paul Lantier. Kapitein Grotendorst vervolgt zijn „Aanteekeningen over de kustartillerie" en kapitein de Bas zijn „Artilleristische oefeningen". In het laatste wordt de waarneming met behulp van één zij post behandeld. Marineblad. 10 October 1925. De heer A. E. C. v. Saarloos schrijft een lijvig opstel over „Het psychotechnisch geschiktheidsonderzoek voor zee officieren." In „De oorlogstaak der marine in Nederland" bestrijdt E.A- Vreede de door den bekenden kapitein van Santen daaromtrent geopperde denkbeelden. Luitt. t/z Rotgans geeft een „Naschrift op de kritiek van den Kapitein ter zee Schorer" in het vorig Marineblad verschenen op een artikel van den heer Rotgans, waarin het zeer optimistisch oordeel over den kans op een Pacific-conflict van den heer Rotgans werd bestreden. In „Uit de pers" wordt het artikel uit de N.R. Ct, geschreven door Me- rens als waarschuwing tegen het splitsen der Marine, opgenomen. Cavaleristisch tijdschrift. October 1925. Ritmeester H. Mathon behandelt „Het schieten met den lichten mitrailleur en het tactisch gebruik van het wapen".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1926 | | pagina 59