hetgeen in werkelijkheid gebeurd is; zij worden bovendien op
een andere plaats in hetzelfde werk tegengesproken. 1)
Rusland beschikte in Oost-Azië over een leger, dat juist in
een stadium van reorganisatie en versterking verkeerde. Het telde
aan Inf. 8 Siberische Brigs., terwijl een 9e juist opgericht werd.
Voorts was men bezig de Brigs, te veranderen in Divn. door toe
voeging van nieuwe bataljons uit Europa. Verder waren er 2 Eur.
Brigs op vredesvoet, die bij mobilisatie de dienstplichtigen uit
Europa moesten krijgen en door deze halfheid voorloopig niet
meetelden. De Veld Art. was juist bezig met de omwapening,
Berg. Art. ontbrak, terwijl de organisatie van den Treindienst
te wenschen overliet. Hoewel de troepen in 3 Legerkorpsen ver
deeld waren, was er in het begin van behoorlijk georganiseerde
hoogere verbanden niets te merken.
In vrijwel geen een opzicht was het leger tot den oorlog voor
bereid. Het beginsel, dat de oorlogsorganisatie een wei-
overdachte en doelmatige uitbouw moet zijn van de v r e d e s-
formatie, was verwaarloosd, zoodat, alles bij elkaar ge
nomen, het Russ. leger den eersten tijd niet in staat ge
acht kon worden om te opereeren. Vóór alles
had het t ij d noodig om zich gevechtsvaardig te maken.
De versterkingen voor het leger en de benoodigde oorlogsbe
hoeften konden in ruime mate uit Europa betrokken worden. Hier
mede is echter nog weinig gezegd, daar deze toevoer moest plaats
hebben langs den Trans-Siberischen spoorweg met zijn groote
lengte, onderbreking bij het Baikalmeer, enkel spoor en verdere
technische onvolkomenheden.. De aankomst der eerste verster
kingen kon dan ook 'eerst in de 3e maand na het uitbreken van
den oorlog verwacht worden.
De krachtsverhouding ter zee was zoodanig,
dat van een meesterschap ter zee van een der partijen geen sprake
was. Japan was iets sterker, hetgeen vooral te danken was aan
zijn strategisch gunstige positie. De verrassende actie tegen de
Russ. vloot vóór Port-Arthur (P. A.) verschafte dit land boven
dien nog een materieel, maar vooral moreel voordeel, dat voor
het Japansche troepenvervoer van zeer vèrstrekkenden invloed is
geweest.
De leiding der operatiën was aan Japansche
zijde afdoende geregeld. Men voelde bij alle maatregelen van het
Algemeen Hoofdkwartier de krachtige, éénhoofdige leiding. De
samenwerking tusschen leger en vloot kwam op uitnemende wijze
tot stand.
Kriegsgesch. Einzelschrifte 39/40 blz. 56 en blz. 70.
86